Eerder schreef ik over mijn bezoek aan Microsoft Nederland in kader van een werkbezoek van de ADEF ICT werkgroep. Ik had al veel over deze locatie op Schiphol gehoord. Het betreft een gebouw dat helemaal is ingericht op basis van een visie op het nieuwe werken. Dit nieuwe werken werd vergeleken met reizen. Kijk, dat soort vergelijkingen vind ik leuk. Zet mij ook weer aan het denken. Eens kijken waar die associaties mij naar toe brengen vandaag.
Reizen is leren
Ik vind het mooi als je je werk kunt vergelijken met een reis. Reizen doe je omdat je nieuwsgierig bent. Het brengt je op allerlei plekken, waar je verschillende mensen ontmoet met wie je vaak een tijdje samen reist. De ervaringen die je opdoet, maken je wijzer, en dat merk je als je weer op een andere bestemming komt, en weer andere mensen ontmoet. Soms vind je een bepaalde bestemming zo interessant, dat het je een talencursus waard is. Maar meestal pik je de belangrijkste dingen gewoon op tijdens de reis, door observatie en een beetje gezond verstand. En als je iets wilt weten dan maak je toch contact met een local of een expert over die bestemming? En je hebt altijd nog je reisgenoten op wie je kunt terugvallen. Samen reizen is vaak ook veiliger. Reizen bied je een pallet van mogelijkheden om te leren.
Reisorganisatie
Volgens mij is het verstandig als een organisatie zijn mensen laat reizen. Dat maakt de reizigers blij. De reisverhalen die worden uitgewisseld leveren creativiteit en innovatie op. Dat helpt de organisatie, daarmee kan de droombestemming bereikt worden. De organisatie kan het reizen van zijn mensen bevorderen en ze reislustig maken. Belangrijk is denk ik het geven van vrijheidin het kiezen van bestemmingen, maar ook door voorkeursbestemmingen op te geven. Dat moet in balans zijn. Reizen is niet alleen vrijheid. Aan het bereiken van een droombestemming gaat vaak een langdurige en nauwgezette voorbereiding aan vooraf. Dat vraagt de ervaringen van alle betrokken reizigers.
De reizigers in de organisatie moeten met elkaar verbonden zijn, ook als ze onderweg zijn. Dat vraagt om het slim inzetten van communicatiemiddelen. Maar een reiziger moet ook thuiskomen en zijn ervaringen delen. Om te rapporteren. Daar leert de organisatie van. Vervolgens bereidt de reiziger de volgende etappe van de droomreis voor.
Maar het belangrijkste wat een organisatie volgens mij zou moeten doen is het nieuwsgierig maken van zijn mensen naar verre bestemmingen aan de horizon. Een goede organisatie snapt dat reizen een fysieke, virtuele en mentale activiteit is.
Reislust
Mijn organisatie is een lerarenopleiding. Een van de droombestemmingen is het opleiden van innovatieve docenten die weloverwogen gebruik maken van ICT in onderwijs. Ik deel die droombestemming, dus dat is mooi. Ik heb een groot deel van de reisplannen gemaakt. De reisbrochure is prachtig. Ondertussen reis ik in deze context naar allerlei bestemmingen, waar ik collega’s ontmoet die dezelfde reis maken. Ik leer daar enorm veel van, en al die ervaringen hebben er toe geleid dat ik weer ben gaan studeren (mijn talencursus) zodat ik nog meer kom te weten over hoe ik deze droombestemming kan bereiken.
Hoewel het tijden van crisis zijn, zeker voor mijn lerarenopleiding, mag de reislust niet afnemen. De droombestemming moet in zicht blijven. Nu meer dan ooit moet de organisatie waarin ik werk de reizigers met elkaar verbinden en ondersteunen zodat de ervaringen, die overal worden opgedaan, worden gebundeld. Gebruik onze reisverhalen om stap voor stap verder te komen in het bereiken de droombestemming. Juist in tijden van crisis levert reizen inzichten op die leiden tot innovatie.
Morgen heb ik een belangrijk overleg met ‘de organisatie’. Ik ben benieuwd hoe het met hun reislust staat. En of ze echt open staan voor een paar mooie reisverhalen.
Het gesprek is achter de rug. En ik ben ontzettend blij met het resultaat. Er is reislust bij de organisatie: die komt voort uit een noodzaak om te willen veranderen. De belangrijkste reizigers worden met elkaar verbonden. We gaan op reis. Maar eerst even kerstvakantie.