Categorie: event

  • Programma en keynote #iLearn2011 bekend

    Leestijd: 2 minuten

    Volgende week maandag 17 januari van 13:00 – 17:00 is het zover. De tweede editie van de student-generated conference iLearn2011. Het programma is bekend. 5 tracks, 4 rondes, 21 sessies van 40 minuten. Presentaties, hands-on en round tables. Studenten hebben vorige week de laatste voorbereidende bijeenkomst gehad. De meeste studenten hebben het  wel voor elkaar, andere studenten besluiten toch nog om alles om te gooien. Het hoort er allemaal bij. We sluiten af met een Teachmeet (zie ook hier op dit blog), en die begint ook al aardig vol te lopen.

    iLearn2011

    Deze mini-conferentie ICT & Onderwijs is de afsluiting van een training eLearning die de tweedejaars voltijd studenten van de tweedegraads lerarenopleiding volgen. Aan het begin van de periode hebben zij een individuele leervraag gesteld op het gebied van ICT & Onderwijs. En dat was ook het enigste criteria. Voor de rest: anything goes!

    De studenten hebben een periode gekregen om deze leervraag voor zich zelf uit te werken. Het resultaat presenteren zij op iLearn2011. Een aantal studenten die dezelfde leervraag hebben geformuleerd, hebben elkaar informeel gevonden en zijn gaan samenwerken. Ondertussen hebben een aantal studenten met dezelfde leervraag elkaar opgezocht en zijn verder samen gegaan. Zij hebben allen een proposal geschreven voor de mini-conferentie, waarin ze helder de sessie hebben beschreven, doelstellingen hebben geformuleerd en verwachtingen hebben gecreëerd.

    Voor wie?
    iLearn2011 is een conferentie gericht op mede-studenten en docenten van het Domein Onderwijs, Leren & Levensbeschouwing. Voor deze editie hebben wij ook het directe werkveld uitgenodigd, docenten op de praktijkscholen die verbonden zijn met het domein. Ook de bezoekers van de Teachmeet zijn van harte welkom (u kunt zich hier inschrijven).

    De bezoekers hebben een actieve rol op de conferentie. Natuurlijk gaat het om opdoen van nieuwe ideeen en inspiratie. Maar het publiek is ook onderdeel van de leerprakijk. Zij vullen een evaluatieformulier in en zijn op deze wijze betrokken bij een deel van de beoordeling. Maar belangrijker is dat het gaat om een meeting of the minds.

    De studenten zijn leraren-in-opleiding, volop in ontwikkeling als het gaat om didactiek en hun eigen rol als docent. Deze ontwikkeling staat centraal in deze training. Studenten komen vaak voor het eerst in aanraking met technologie vanuit een perspectief van leren en onderwijs. Het is belangrijk dat ze inzicht krijgen in hun competenties op dit terrein, en wat daarbij helpt is de feedback van mede-studenten, opleiders en collega’s uit het werkveld. iLearn2011 biedt hier een platform voor. Docenten leren van studenten, studenten leren van docenten.

    Filmen met je mobiel
    De keynote wordt verzorgd door Liesanne Bosman en Meldrid Ibrahim. Zij coördineren het project “Filmen met je mobiel“, waar ik op dit blog al eerder over heb bericht. Wij hopen dat door deze inleiding de aanwezige studenten en docenten een genuanceerder beeld krijgen van hoe jongeren technologie gebruiken en hoe je deze op betekenisvolle, en vooral creatieve, wijze kunnen inzetten in het onderwijs.

    Overigens zullen wij een deel van iLearn2011 live streamen, niet met een mobiel, maar via MediaSite.

    iLearn2011 beloofd een speciale editie te worden, en ik hoop op een leerzame en innovatieve ontmoeting tussen studenten en docenten. En wie weet daar allemaal uitkomt!


  • Dank voor de nominatie collega’s en studenten!

    Leestijd: 3 minuten

    Gisteren was ik genomineerd voor de Tabe Mulder-prijs 2010. Tabe Mulder was een docent, nu met pensioen, die door zijn gedrevenheid en inspiratie een bijzondere rol speelde in het opleiden van zijn studenten. Een dergelijke nominatie vind ik dan ook echt een eer! Ik heb de prijs niet gewonnen, die is terecht gegaan naar drie collega’s uit Diemen.

    Mijn juryrapport stelde mij voor als ‘docent van de toekomst’ (laat ik nu altijd denken dat ik de docent van nu ben, in het onderwijs van … ach, laat maar) die een speciale didactiek gebruikt (gewoon, student centraal zetten enzog) en die ‘zijn studenten workshops laat ontwikkelen voor docenten’ (nou, iLearn2011 heeft wel wat meer lagen). En ik sta altijd klaar voor mijn studenten en collega’s. Dat vind ik enorm fijn om te horen.

    Je laat zo’n nominatie nonchalant op je afkomen, maar ik zal eerlijk bekennen dat ik in mijn hoofd wel iets van een dankwoordje aan het voorbereiden was. Voor het geval dat.

    Ruimte voor groei
    Ik had natuurlijk mijn waardering uitgesproken voor de ruimte en tijd die Inholland mij heeft geboden om mijzelf te ontwikkelen tot de professional die ik wil worden. In de vier jaar dat ik nu werk bij Inholland is het hard gegaan, en ik heb mijn eigen weg mogen bepalen en geleerd om daar voor te vechten. Ik had gezegd dat ik mij omringd weet door hele bijzondere collega’s, die binnen en buiten de school stuk voor stuk voorlopers zijn binnen het onderwijs en een enorm hoog niveau hebben waaraan ik mij kan optrekken. Het is mijn ideale leeromgeving!

    Cirkel is rond
    Ik had even nostalgisch kunnen terugblikken. Een uitreiking van de prijs op een locatie waar het voor mij allemaal begonnen is, de lerarenopleiding in Diemen. Waar ik als student,  ietwat met mijn onderwijsziel onder de arm lopend, van de straat werd geplukt door Tom Visscher en Nico Juist. Ik ging meedraaien binnen het centrum voor onderwijs & ICT, en daar werd mijn visie op onderwijs en leren geboren. Daar ging het vlammetje branden. The rest is history. De cirkel zou mooi rond zijn. Tom en Nico stonden achterin de zaal, en ik zou de prijs aan hun opgedragen hebben.

    Multi-discplinaire benadering
    Ik had misschien de kans gegrepen om aan te geven hoe belangrijk het is dat onze studenten van elkaar leren. Ook als ze op verschillende opleidingen, in verschillende domeinen zitten. Ondanks de voordelen van de domeinvorming, moeten we voorkomen dat onze blik te veel naar binnen gericht raakt. Op een lerarenopleiding die docenten voor de toekomst opleidt, is het enorm van belang dat studenten in aanraking komen met bijvoorbeeld een opleiding crossmediale communicatie om op een andere manier te kijken naar hoe je ‘de boodschap overbrengt’, of een project draaien met studenten van GNR8 om inzicht te verwerven in het belang van creativiteit en innovatie en leren door doen of eens iets ontwerpen met een student van een technische opleiding, om het geleerde toe te passen in de eigen onderwijsontwerpen. Ik verwacht dat de interdisciplinaire bril in de lerarenopleiding steeds belangrijker wordt.

    Maar…
    Maar waarschijnlijk had ik gezegd over hoe belangrijk het is om de passie en creativiteit van de student centraal te zetten. Dat goed onderwijs echt draait om eigenaarschap van de student over zijn eigen leren. Dat we als opleiding moeten leren niet in de weg te staan van het leren van de student, maar er naast moeten gaan lopen. Enjoy the view!

    Dat schoot zo door m’n hoofd gisteren. Ik wil mijn collega’s en studenten bedanken voor de nominatie! Geeft mij weer veel energie!

  • Braintweets

    Leestijd: 4 minuten

    Wat ik als studiebegeleider van de masteropleiding Leren & Innoveren in ieder geval een feestje vind zijn de expertmeetings. Afgelopen vrijdag verzorgde Lydia Krabbendam, associate-professor neuropsychologie aan de VU, een gastcollege over ‘leren en het brein’. Een erg boeiend college, ook in de context van de ‘hype’ van breinleren of brain-based learning. U had erbij moeten zijn. Gelukkig hebben we de tweets nog. Een selectie.

    • #inhmli Neurowetenschap kan alleen iets betekenen voor onderwijs, als de wetenschappers in dialoog gaan met het onderwijs. (link)

    De neurowetenschap helpt ons om meer inzicht te verkrijgen in ‘leren’. Echter, leren gebeurt met name in de sociale context. Inzichten in het brein zijn voor het onderwijs alleen relevant als de neurowetenschap deze samen met het onderwijs in de juiste context plaatst. Het onderwijs moet hier initiatief in nemen, volgens mij. Ik de ‘hype rond het puberbrein’ lijkt het mij goed om op zoek te gaan naar bewijskracht.

    • #inhmli Ander voorbeeld ‘neurobubble’: onderzoek met ratten die in een uitdagende omgeving meer connecties vormen, niet vertalen naar lln. (link)

    Krabbendam geeft aan dat er veel ‘neuromythes’ zijn. Een voorbeeld hiervan zijn de afbeeldingen waarin je de hersenactiviteit ziet. Deze beelden komen tot stand via een berekening, je ziet meestal maar een klein deel van de hersenactiviteit, terwijl in werkelijkheid overal activiteit gemeten wordt. Maar daarom zeggen we wel vaak dat we maar 10% van onze hersenen gebruiken en dat is niet waar. Een andere mythe is dat een uitdagende omgeving tot meer prikkels leidt in de hersenen en dat er daardoor meer verbindingen ontstaan. Dit komt voort uit onderzoek met ratten, die inderdaad meer connecties vormen in een uitdagende omgeving. Maar, zegt Krabbendam, dat moet je niet zomaar vertalen naar kinderen. Sterker nog, teveel prikkels kan een negatieve werking hebben.

    • #inhmli “Baby’s kunnen gezichten van apen herkennen”, maar na periode van 6-9 maanden verliezen ze dat vermogen. Namelijk niet relevant. (link)

    Dit soort feiten komen toch net iets anders aan, als jonge vader. :) Maar het geeft aan hoe belangrijk de sociale context is en hoe het brein zich daarop aanpast.

    • #inhmli “Basisvaardigheden om te plannen onstaan al vanaf het eerste jaar”. Controle over aandacht, regels, informatie vasthouden, bewerken (link)

    Wij mopperen vaak dat ‘die pubers’ niet kunnen plannen. Echter, de basisvaardigheden ontstaan al in eerste jaren, en ontwikkelen door  tot in de vroege volwassenheid.

    • #inhmli “Betere metacognitie leidt tot betere prestaties”, mits ze de extra stap maken om metacognitieve kennis ook toe te passen. (link)

    De ontwikkeling van metacognitie is op jonge leeftijd al aanwezig. Er is wel een extra stap nodig om die kennis ook daadwerkelijk toe te passen. Krabbendam haalt een voorbeeld aan van 9-jarigen die het nut inzien van categoriseren, maar het toepassen er van echt aangeleerd moeten krijgen. Het onderwijs heeft een grote rol in het stimuleren van  ‘leren leren’.

    • #inhmli Waarom zoveel aandacht voor ‘puberbrein’. “Het is ook echt een andere fase, ‘ze zijn hun eigen soort’” (link)

    Aha!

    • #inhmli Ontwikkelingen hersenen adolescenten: “Je hebt een auto, maar nog geen rijbewijs”.(link)

    Door hormonale veranderingen in de pubertijd ontwikkelen de emotionele gebieden in de hersenen zich. De gebieden die dat moeten reguleren, die zitten in de prefrontale kwab, ontwikkelen zich echter langzamer. Dat verklaart waarom adolescenten het bijvoorbeeld lastig vinden om keuzes te maken (iets wat wij in het onderwijs vrij vroeg van ze vragen). Adolescenten redeneren hetzelfde als volwassenen, maar integreren het slecht met hun emotie: “Mij overkomt dat niet”. Het verklaart waarom adolescenten experimenteren en exploreren: dat ontstaat uit de emotionele ontwikkeling van de hersenen.

    Wat is vervolgens de rol van het onderwijs als ‘prefrontale kwab’ voor leerlingen? Regels stellen (is een cognitieve benadering) gaat dus niet altijd aankomen, belangrijk is wel dat je in contact blijft met de adolescenten.

    • #inhmli Peer-pressure heeft een enorm effect op risico bereidheid van adolescenten. Leidt tot veel meer activatie in beloningsgebieden. (link)

    In een test waar adolescenten moesten beslissen of ze door oranje zouden rijden, met de kans dat het stoplicht op rood zou springen met een crash als gevolg,  zijn ze veel voorzichter dan in een zelfde situatie maar nu met een leeftijdgenoot die ernaast zit. Er worden meer risico’s genomen! Er zijn beloningsgebieden in de hersenen die dan gestimuleerd worden. Emoties hebben enorme invloed op prestaties. Belonen, wat ook een compliment van de docent kan zijn, leidt tot betere prestaties.

    • #inhmli “Motivatie is besmettelijk!” Zien dat iemand anders gemotiveerd is leidt tot meer inzet en betere prestatie, zelfs bij andere taak (link)

    Tweet van de dag! Wij hebben een basale neiging tot immitatiegedrag (heeft te maken met een spiegelneuron dat geactiveerd wordt bij de uitvoer van een handeling, en bij het zien uitvoeren daarvan). Doe je niets aan. We kunnen het wel onderdrukken. Gaap.

    • #inhmli NL hecht aan stereotype idee: We denken dat jongens het beter doen in de beta vakken, en doen het daarom ook beter! Hoe kan dat! (link)

    Er is onderzoek gedaan naar verschillen naar  prestaties tussen jongens en meisjes. Inderdaad, jongens presteren op het beta terrein iets beter dan meisjes. Maar de verschillen zijn heel erg klein, toch heeft dit in Nederland enorme gevolgen voor de studiekeuze. Dit wordt veroorzaakt door stereotypering van jongens en meisjes. We denken dat jongens het beter doen, en daarom doen ze het ook beter. Zelfs als het niet uitmaakt wat je doet, doe waar je goed in bent, wordt dat beïnvloedt door de stereotypering.

    Meer tweets van deze masterclass kun je  bekijken in dit tweetdoc (pdf).

    Afbeelding: linguafrancafoundation

  • TPACK op de ADEF ICT conferentie

    Leestijd: 3 minuten

    Op de ADEF-ICT conferentie 9 december j.l. bezocht ik de sessie over TPACK, verzorgd door Petra Fisser. Een zelfde soort sessie had ik al eens meegemaakt op de VELON studiedag, verzorgd door haar collega Joke Voogt. Wat kan ik zeggen? Ik ben fan van het model (met name het plaatje). Ik heb zelfs een TPACK shirt.

    Ik verdiep mij in dit model omdat het een belangrijk uitgangspunt is voor de implementatie van de kennisbasis ICT op de lerarenopleiding. De ADEF werkgroep ICT onderkent dit ook en neemt dit model mee in het uitwerken van een nieuwe versie van de kennisbasis ICT 2.0. Zodat ‘er meer vlees op het geraamte komt’, stelde Henk Fuchs (voorzitter van de werkgroep).

    TPACK: niets nieuws
    Het TPACK-model visualiseert de kennisdomeinen vakinhoud, didactiek en technologie en de interactie tussen deze domeinen. Het maakt voor docenten inzichtelijk welke kennis je nodig hebt om ICT in leerpraktijken te integreren, rekening houdend met de context van die leerpraktijk. Het model is bedoeld om docenten vanuit een onderwijsgerichte benadering na te laten denken en keuzes te maken over de inzet van technologie. Dat is geen nieuw verhaal toch? Dat bevestigd Petra Fisser in de sessie, maar volgens haar heeft het gebruik van het model twee voordelen:

    1. Het model maakt snel inzichtelijk waar het over gat, ook voor collega’s die zich niet bezighouden met de integratie van ICT;
    2. Het model kent een positief uitgangspunt. Het gaat uit van de expertise van de docent op het gebied van vak en didactiek.

    Ik gebruik het model in mijn trainingen ‘eLearning’ voor studenten van de lerarenopleiding. Zij ervaren het als prettig om vakinhoud en didactiek als vertrekpunt te nemen (bekend, veilig, ‘normaal voor een docent’) om op basis daarvan keuzes te maken over de inzet van technologie (vaak nog onbekend, vaak als drempel ervaren, ‘wat is het nut?’). Er ontstaat beleving en meer zelfverzekerdheid, vooral als ze zien hoe krachtig de technologie kan zijn in het verbinden van leerlingen met de leerinhoud.  Studenten gaan anders tegen ICT in het onderwijs aan kijken. ICT als hulpmiddel, niet als doel.

    Ik waardeer dit model dus ook vanwege zijn ‘veranderkundige’ kwaliteiten, belangrijk  bij de implementatie van de kennisbasis ICT in de opleiding. Want het is maar de vraag hoe ‘TPACK-bekwaam’ zijn docenten op dit moment? En hoe zit het bij mij zelf?

    TPACK: The Game
    In de sessie speelden we ‘TPACK: The Game“. Op basis van drie gegeven strookjes met ieder een item (vakinhoud, didactiek en technologie) bedenk je met elkaar een lesidee die aansluit bij de drie domeinen.  Het gaat om de discussie die dit uitlokt, het maakt het keuzeproces transparant. Het is een krachtige interventie in het spel als je de opdracht krijgt om het item op strookje technologie  te vervangen voor een hulpmiddel die je beter vindt passen bij de leerinhoud en didactiek. Zou je bijvoorbeeld altijd kiezen voor ICT? In het spel is er wel ruimte voor een ‘uitbreidingsset’, er mist een ‘cirkel’ van context waarop je de strookjes plaatst. Maar dat is snel genoeg opgelost, het is een goed spel om met studenten en collega’s te spelen, levert waardevolle discussies en er ontstaat gezamenlijk draagvlak.

    TPACK en de kennisbasis ICT
    Fisser stond stil bij de koppeling van TPACK met de kennisbasis ICT. Ze haalde het onderzoek “TPACK in de lerarenopleiding” aan, waar gekeken is naar de effectiviteit van strategieën voor de ontwikkeling van TPACK bij toekomstige docenten. Een van de risico’s is dat de aandacht te veel gericht is op de afzonderlijke kennisdomeinen, en niet op de integratie van en de interactie tussen de drie domeinen. In het model verschuift het domein technologie ‘boven’ het vakinhoudelijke- of didactische domein.

    De vraag die gesteld moest worden was natuurlijk deze: “Is er wel een kennisbasis ICT nodig? Zorgt TPACK niet voor integratie van ICT in de bestaande kennisbasissen van de vakken?” Volledige integratie is een mooie wens, maar vooralsnog niet de realiteit. Het ‘lijstje’ van de kennisbasis ICT geeft de afzonderlijke opleidingen een duidelijke houvast en voorlopig ook de enige.

    De indicatoren van de kennisbasis ICT zijn met name gericht op de domeinen techniek (TK) en het inzicht om de didactische uitgangspunten met technologie te ondersteunen (TPK). De kennisbases van de vakopleidingen richten op de interactie tussen leerinhoud en didactiek (PC, de vakdidactiek) en de interactie tussen technologie en leerinhoud (TC).

    Hieronder de presentatie die gebruikt werd op de Velon studiedag, maar ik dacht dat deze nagenoeg hetzelfde was als die van op de ADEF ICT conferentie.

  • ICT in de lerarenopleiding: aanbevelingen en inspiratie

    Leestijd: 4 minuten

    Het is al weer een paar weken terug, maar ik wil toch nog verslag doen van de Kennisnet bijeenkomst “ICT in de opleiding, nut of noodzaak?” op 17 november in het Spoorwegmuseum. Helaas heb ik de Hogwarts Express niet kunnen aanschouwen, maar wel gehaald waar ik voor kwam: de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de kennisbasis ICT in de lerarenopleiding. De middag leverde een aantal aanbevelingen op voor integratie van ICT in de opleiding. (meer…)

  • De nieuwjaarsborrel die je niet wilt missen! TeachMeet #iLearn2011 17 januari 2011. Schrijf je in!

    Leestijd: 2 minuten

    “Na een paar maanden van relatieve stilte rond de TeachmeetNL lijkt het erop dat we in 2011 weer helemaal los gaan”, schrijft Fons van den Berg op de site van TeachmeetNL. Klopt, en we starten met de TeachMeetNL iLearn2011 op maandag 17 januari georganiseerd door de tweedegraads lerarenopleiding van Hogeschool Inholland in Amsterdam.

    Wat is een TeachMeet?

    Een TeachMeet is een informele bijeenkomst voor iedereen die nieuwsgierig is naar technologie in het onderwijs. Iedereen kan deelnemen en zijn ideeën of geweldige ervaringen uit zijn onderwijspraktijk met anderen delen. Uitgangspunt is: de borrel = de conferentie. Een TeachMeet is een unconference. De bedoeling is dat het de leukste professionaleringsbijeenkomst is die je kent.

    Schrijf je in! Laat je inspireren, ontmoet nieuwe mensen, bedenk mooie ideeën onder het genot van een hapje en een drankje! Beter nog: draag bij! Met een micro-of nano-presentatie.  Of op een andere wijze, er staat niets vast! Ga naar de TeachMeetNL wiki voor meer informatie over de TeachMeetNL #ilearn2011, de spelregels en hoe je je kunt aanmelden.

    Deze Teachmeet wordt aansluitend aan iLearn2011 georganiseerd, een ‘student generated’ mini-conferentie over ICT & Onderwijs. Tweedejaars studenten van de tweedegraads lerarenopleiding Domein Onderwijs, Leren & Levensbeschouwing van Inholland presenteren door middel van presentaties, workshops en round tables hun leervragen op het gebied van ICT en onderwijs.

    De studenten werken nu aan het ‘beantwoorden’ van hun leervraag en aan de voorbereidingen van actieve- en inspirerende sessies. Aanbod komen thema’s als digiborden; games in het onderwijs; effectief presenteren; social media; digitale leermiddelen; digitale didactiek en nog veel meer. De studenten willen graag hun kennis delen en de dialoog aangaan over de inzet van ICT in het onderwijs en leren.

    iLearn2011is toegankelijk voor iedereen die binding heeft met het gebruik van ICT in het Onderwijs. Medewerkers en studenten van het domein OLL van Inholland, maar ook ‘externen’ zijn bij deze van harte uitgenodigd! Hier vind je meer informatie (en binnenkort het programma).

    En daarna dus de TeachMeet! Waar studenten, onze leraren van de toekomst, lerarenopleiders, docenten uit het werkveld, ICT & onderwijs experts, innovatoren en creatievelingen elkaar ontmoeten! Dat noemen we met recht een ‘onderwijsfeestje’!

    (en nog zo’n feestje gaat plaatsvinden op woensdag 2 februari: TeachMeetNL PO (Aloysiusschool Maasland)
    Update: 16-01-2011: uitgesteld!

  • Nooit te oud om te jongleren

    Leestijd: 3 minuten

    Show & Share – More Balls Than Most – “De onzekere jongleur” from Jeroen Bottema on Vimeo.

    De loopbaanvragen die Michiel Hesseling van More Balls Than Most op INHolland Show & Share van 28 januari j.l. in bovenstaand filmpje in de lucht ‘jongleert’ zijn voor mij herkenbaar en actueel. Het zijn vragen die voor mij de laatste maanden wat extra relevant zijn in het richting geven van mijn werkzaamheden. In deze blogpost geef ik ruimte aan mijn gedachten hierover. Reken er op dat ik de metafoor ‘jongleren’ ga uitmelken.

    Deja vu
    Ik was een paar dagen voor Show & Share al een blogpost begonnen waar in ik het uitvoeren van mijn werkzaamheden vergeleek met een jongleur: het in de lucht houden van allerlei projecten, verantwoordelijkheden en verwachtingen. Dat vervolgens op Show & Share het jongleren een beetje een rode draad werd voor mij, zie ik dan als: dat kan geen toeval zijn.

    Sturen, loslaten en vertrouwen
    Het echte jongleren met drie balletjes ben ik nu aan het leren. Het kost veel concentratie, maar je hebt er ook een bepaalde ontspanning bij nodig. Je stuurt de bal, je laat de bal los en je hebt vertrouwen dat je de bal weer opvangt. Op een gegeven moment ontstaat er ritme en dan merk je dat het steeds beter gaat. Er vallen minder balletjes op de grond. Ik heb zo het idee dat als ik dit beheers zo af en toe wel eens een balletje zal laten vallen. Maar dat hoort bij het spel: oprapen en weer verder gaan.

    Jongleren, concentratie en richting
    Op mijn werk jongleer ik iets meer dan ‘drie balletjes’. Dat doe ik al een aantal jaren. Ik ben daar steeds beter in geworden, en ik heb er ook best aardigheid in. Maar de concentratie is enorm. Zeker als er meer activiteiten bij komen om in de lucht te houden (en daar heb ik een handje in, ’t is allemaal zo leuk!). Het wordt een uitdaging om dat voor elkaar te krijgen. Of zoals ik onterecht dacht, dat is toch wat een professionele jongleur moet kunnen.

    En dat is waar ik over wilde schrijven in een eerdere draft van deze post. Want als de ‘jongleur’ zich zo moet concentreren, ziet hij dan nog wel wat er om hem heen gebeurt? Kan hij wel goed achter zich kijken en leren van ervaringen? Kan hij wel goed naar voren kijken en sturen voor de toekomst? Heeft hij richting? Of kan hij alleen bepalen waar hij heen gaat als hij alle balletjes laat vallen?

    Analyse
    Ik was onder de indruk van de jongleurs op Show & Share. Zo makkelijk, zo veel vertrouwen, zoveel improvisatie. Mijn analyse klopte niet, hier was duidelijk sprake van mensen met richting. Toen viel het op z’n plek. Een jongleur is richting. Hij is er niet naar op zoek, hij straalt het uit.

    De jongleur concentreert zich niet op ieder balletje, maar op de samenhang van beweging: sturen, loslaten en vertrouwen. Een jongleur weet dat dit alleen gaat als hij niet meer balletjes gebruikt dan hij in staat is om in de lucht te houden. De jongleur creëert zoveel ruimte in zijn spel dat hij goed ziet wat er in zijn omgeving afspeelt. Een goede jongleur is in staat om met anderen te jongleren. Hij leert. Hij inspireert.

    Visie op loopbaan
    Ik probeer wat beter vat te krijgen op mijn werkzaamheden door deze beter af te stemmen op mijn visie, soms door ze af te stoten. Maar ik realiseer mij des te meer dat het niet gaat om de ‘losse balletjes’ maar om de samenhang van beweging: richting. Nooit te oud om te leren jongleren.



  • Flipping INHolland Show & Share 2010

    Leestijd: < 1

    Ik heb dit weekend tussen de bedrijven door m’n filmpjes van INHolland Show & Share 2010 op 28 januari j.l. bekeken, grof geknipt en bewerkt in iMovie en vervolgens op YouTube/Vimeo geplaatst. De filmpjes staan hieronder in een YouTube playlist. De filmpjes zijn gemaakt met mijn trouwe Flip Mino HD.

    Van Geert Dales, directeur van INHolland, die opperde om het College van Bestuur op te heffen, via korte impressies van de sessies die ik samen met collega’s verzorgde, tot de afsluiting met More Balls Than Most, waar ondergetekende en Patty Golsteijn ‘sturen en loslaten’ in de praktijk mochten brengen. Vergeet ook niet de cursus jongleren op de tweetmeet, die was iets te groot voor YouTube.

  • Jongleren op tweetmeet Show & Share 2010

    Leestijd: < 1

    Iemand behoefte aan een cursusje jongleren? Onderstaande ‘flipumentary’ helpt je op weg.

    De Show & Share editie van 2010 op 28 januari kende een heuse tweetmeet, waar de fanatieke INHolland-twitteraars elkaar konden ontmoeten. Het was een hele actieve tweetmeet, want de aanwezige tweeps kregen een snelle cursus jongleren door Robert Hersée van More Balls Than Most. Als u weet dat het thema van deze Show & Share sturen en loslaten is dan is de metafoor jongleren snel uit te leggen: management in een handomdraai, the art of letting go.

    En ja, aan het einde ziet u mij nog knoeien met twee balletjes. Iets met de linker hersenhelft.

    Tweetmeet Show & Share: jongleren met Robert Hersee from Jeroen Bottema on Vimeo.

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema