• Kennisbasis ICT moet ontwikkelperspectief krijgen

    Leestijd: 3 minuten

    “Verder met de Kennisbasis ICT” was de titel van de tweede ADEF (Algemeen Directeurenoverleg Educatieve Faculteiten) ICT-werkgroep conferentie, die ik vandaag heb bijgewoond op de Hogeschool van Amsterdam. Een plenair gedeelte over de status van de kennisbasis ICT en hoe deze te interpreteren, daarna keuze uit twee workshops. Voor mij de eerste introductie met de kennisbasis ICT.

    K3
    De educatieve faculteiten zijn druk in de weer met de zogenaamde “K3”: kennisbasis, kennistoetsen en kennisbank. Zo hebben bijvoorbeeld alle tweedegraads lerarenopleidingen aardrijkskunde een kennisbasis ontwikkeld voor het vak. Een verzameling van kennisitems waarvan wij vinden dat een startbekwame leraar die moet beheersen. Op dit moment wordt er druk gewerkt aan zogenaamde kennistoetsen die een aantal keer in de opleiding worden afgenomen, om deze kennisbasis bij de student transparant te maken (en te voorkomen dat we ‘centrale examinering’ van de politiek opgelegd krijgen). En in de toekomst ligt het concept kennisbank, waarin we lesmateriaal met elkaar willen delen. Ik slik het woord WikiWijs nu even weg. De voorzitter van de ADEF ICT-werkgroep, Gert-Jan van Setten, wist te melden dat er een bedrag van 4 miljoen euro ‘vrijkomt’ om deze klus in 2,5 jaar te klaren. Aardig bedrag.

    Kennisbasis ICT
    Maar wat moet een startbekwame docent weten als het gaat om ICT? Welke standaard moeten docenten hebben als het gaat om digitale didactiek? Vandaar de opdracht om kennisbasis ICT vorm te geven. Ik heb hier een ontwerpversie voor mij liggen (ik heb deze nog niet digitaal), waarin 9 categorieën benoemd worden met ICT onderwerpen waarin een beginnende docent in het voortgezet onderwijs vaardig moet zijn. De vaardigheden zijn vervolgens per onderwerp benoemd als gedragsindicatoren.

    De categorieën zijn:

    1. Instrumentele vaardigheden
    2. Algemene didactiek
    3. Informatievaardigheden
    4. Presenteren
    5. Samenwerken en communiceren
    6. Individueel werken
    7. Begeleiden en beoordelen
    8. Digitaal toetsen
    9. Arrangeren en ontwikkelen

    Het is een flinke lijst geworden, en alles staat er wel zo’n beetje in. ECDL niveau, audio en video, elo’s, web 2.0, mediawijsheid (alleen het woord wordt niet gebruikt), synchrone en a-synchrone communicatiemiddelen, etc. Aan de basis van dit verhaal liggen de SBL E-competenties. Ik ga mij er binnenkort eens op storten. Het zal om details gaan.

    Ik vind het in ieder geval belangrijk dat in de verdere uitwerkingen van de kennisbasis niet vergeten wordt, dat het bij een kennisbasis niet alleen gaat om kennis van vak (in dit geval dus ICT), maar ook om kennis van leerlingen en kennis van leren. Het is belangrijk dat studenten begrijpen waarom deze vaardigheden zo belangrijk zijn als het gaat om begeleiden van leerlingen in het onderwijs van de 21e eeuw. Een visie en een missie hebben over ICT en onderwijs is ook een belangrijke gedragsindicator.

    Ontwikkelperspectief
    In de ochtend hebben de schrijvers de kennisbasis voorgelegd aan een aantal lectoren. Jan van Bruggen, lector Educatieve functies van ICT van Fontys, verving Peter van ’t Riet (lector ICT en onderwijsinnovatie) die met griep geveld was, met een korte toelichting. Hij stelde dat de kennisbasis zoals die er nu ligt, een hele dappere onderneming is om papier te zetten. Het is een helder document, niet vrijblijvend, erg handig voor toetsen e.d. Maar het is belangrijk om dit niet allemaal vast te spijkeren. Het advies van de lectoren is om voor een ontwikkelperspectief te zorgen. Er is meer nodig dan de beheersing van basiskennis en –vaardigheden op het gebied van ICT en onderwijs. Het gaat ook om de professionaliteit van de moderne docent die in staat moet zijn om ICT bewust in te zetten en dus op de hoogte moet zijn van de ontwikkelingen en mogelijkheden op het gebied van ICT en onderwijs, en hoe je daarmee je onderwijs kunt verbeteren. Jan van Bruggen:

    Het gaat om de veelvuldigheid van ICT. De dynamiek zit hem in de technologie die ons al jaren lang overspoelt. Dat zit niet alleen in de kennis, maar zit ook tussen de oren.

    Dat betekent dus dat er ruimte moet zijn voor de student om zich zelf te profileren, te ontwikkelen en zelf met zaken aan te komen. De context van het beroep wordt hier in heel belangrijk.

    Implementatie

    Dan rest er nog de vraag, hoe de kennisbasis te implementeren. Hoe ga je een ontwikkelperspectief vormgeven? Het zal in ieder geval geïntegreerd met de andere vakken moeten worden aangeboden, in de betekenisvolle context van de student die leraar aan het worden is. Dat betekent dat  het belangrijk wordt om samen met vakcollega’s kenmerkende beroepssituaties te schrijven die het startpunt worden voor de student.  Ik denk ook dat het heel belangrijk is om het veld, in de rol van opleidingsscholen, er bij te betrekken. Het implementeren van een kennisbasis vraagt in ieder geval innoverend vermogen.

    ICT innoveert, dus ook het onderwijs.

  • @slqotd op Twitter: Social Learning Question Of The Day

    Leestijd: 2 minuten

    Social Learning Question Of The DayVandaag kwamen “we” op Twitter een interessant initiatief tegen: Social Learning Question Of The Day. Op de website van @slqotd, Engagedlearning.net, lezen we:

    The Social Learning Question of the Day will simply do just that – throw out a question about social learning to the twitterverse and allow anyone to answer. Since we all have differing experience it would be good to come together and learn from each other.

    Vandaag de eerste vraag:

    Tues. Question: What are the most valuable characteristics of social learning (eLearning 2.0) for you – and why? (reply with a DM)

    Best lastig om in 140 tekens te antwoorden. Mijn antwoord: “Social learning for me creates an informal and secure learning environment, where I can easily be my self and at my best! Innovate!”

    Door samen te werken met anderen ontstaat er een informeel leerproces waar ik mij altijd bijzonder prettig voel. Ik kan goed mezelf zijn, waardoor ik enthousiast raak. En als de mensen met wie je samenwerkt dat ook hebben, dan versterkt dat elkaar. Een goede basis voor leren en innoveren denk ik zo!


    Hoe werkt het?

    Je hebt uiteraard een Twitter-account.

    • Volg @slqotd, @slqotd zal jou ook automatisch volgen;
    • iedere werkdag wordt er een nieuwe vraag over sociaal leren gepost;
    • je reageert op de vraag (of op een antwoord/opmerking van iemand anders) via een direct message: d slqotd;
    • deze tweet krijgt iedereen die @slqotd volgt ook te lezen;

    Voorlopig hele aardige reacties! Ik laat me altijd graag inspireren door tweets van anderen, een van de belangrijkste redenen waarom ik van Twitter ben gaan houden. Er zit altijd wel een eye-opener tussen, een leuke discussie of een opmerking die je verder aan het denken zet. Braintraining!

    Goede actie van Engaged Learning! Ben benieuwd wat er gaat gebeuren als dit echt los komt. Op dit moment zijn er twee personen die alle bijdragen monitoren, wat me een aardige klus lijkt. Ik hoop dat de reacties ‘on topic’ blijven. In ieder geval een mooi voorbeeld van Twitter als forum!

    Benieuwd naar de vraag van morgen.

    Update 09/12 19:33
    Je hebt minder dan 140 tekens om te antwoorden. @slqotd genereert “via @gebruikersnaam” in de tweets. Je antwoord heeft grote kans om afgebroken te worden. Is vast een plug-in voor.

  • Hoe de opleiding toetst, bepaalt hoe student leert…

    Leestijd: 3 minuten

    Beste @Titaantje,

    Vorige week bracht je mij via Twitter op de hoogte van het artikel op SURFSpaceMaak van het portfolio geen aanslagbiljet” geschreven door Jeroen van Andel en Sanne Meeder van het Onderwijscentrum VU. Je stelde mij de vraag of wij in dit artikel ‘ons’ digitaal portfolio op de School of Education Amsterdam herkennen, met name omdat INHolland gequote wordt.

    Door (…) met een portfolio te werken krijgen (…) leerlingen steeds meer inzicht in hun eigen leerproces, de manier waarop zij willen leren en kunnen (…) in steeds hogere mate hun eigen leerdoelen formuleren. Het portfolio brengt niet alleen de onderwijsopbrengsten in beeld, maar ook vooral de weg hier naar toe”

    Als bronvermelding wordt de website van INHolland opgegeven, maar voorlopig zoek ik nog naar de juiste bron. Het is echter wel de visie die onze School heeft als het gaat om studieloopbaanbegeleiding.

    Waar het de schrijvers om gaat is dat het portfolio als instrument dat bijdraagt aan de leeremancipatie van de student, een nastrevenswaardig doel is in de context van kenniswerkers en levenlang leren, maar geen keurslijf moet worden waarin de student zijn ervaringen moet persen en zich moet aanpassen aan allerlei restricties en voorwaarden.

    Hoewel studenten moeite hebben met reflecteren, is voor hen veelal niet duidelijk waarom het portfolio word ingezet. Studenten geven daarnaast aan creatief te “knippen en plakken” en “sterke en zwakke punten te verzinnen” welke vervolgens met veel geweld in de voorgestructureerde hokjes van hun portfolio worden geduwd.

    Aanslagbiljetimago
    De schrijvers hebben dan ook gelijk dat het aanslagbiljetimago (“Leuker kunnen we het niet maken…”) van het portfolio moet verdwijnen en dat de student ruimte moet krijgen voor eigen inbreng (in de ruimste zin van het woord). Zoals een collega van het conservatorium het zo mooi zei tijdens de miniconferentie digitaal portfolio: “De passie van de student moet centraal staan“. Belangrijkste kenmerk van het portfolio is dat de student eigenaar is, en eindverantwoordelijk. Op onze School zijn we bezig deze visie te ondersteunen door o.a. te werken met videoreflectie en de Flip en door de student te ondersteunen in het zichtbaar maken van zijn ervaringen ‘buiten de opleiding’.

    Hokjesportfolio soms ook nuttig
    Hoewel het imago vervelend is, ben ik wel van mening dat een ‘hokjesportfolio’ best mag en ook nodig is, maar het moet tijdelijk zijn.  Studieloopbaanbegeleiding dat aan het begin van de opleiding ‘sturend’ is, waarin het duidelijk is welk bewijsmateriaal en reflecties opgenomen moeten worden, helpt de student op weg. Dat vind zijn weerslag in het portfolio, en misschien wordt dat door studenten wel opgevat als een ‘hokjesportfolio’.

    Dat studenten daar vervolgens creatief mee omgaan (en hoe erg is dat, maar daar een andere keer verder over) ligt volgens mij niet zozeer aan het portfolio, maar meer aan of de student de leertaken binnen studieloopbaanbegeleiding als betekenisvol ziet. Naarmate de studieloopbaanbegeleiding een ‘coachend’ karakter krijgt, zal de student meer ruimte krijgen en dat heeft vervolgens zijn weerslag op het portfolio. Het is interessant om op onze School te kijken of dat ook daadwerkelijk het geval is.

    Spanning
    Ik denk dat in het proces van ‘sturing’ naar ‘coaching’ een belangrijke uitdaging ligt. De begeleiders kunnen een ander doel hebben met het portfolio dan de student. Een school heeft de behoefte om het leerproces van de student te controleren. Het portfolio maakt het leerproces transparant en is dus voor de begeleiders een interessante tool om te gebruiken. De valkuil is echter dat de opleiding het portfolio dermate structureert dat er geen ruimte is voor de inbreng van de student om zich eigenaar te voelen van zijn portfolio. Aan de andere kant kan je stellen dat een volledig vrijgelaten invulling van een portfolio wel de juiste elementen bevat om op te beoordelen. Binnen die spanning moet iedere school zijn weg vinden.

    Dus, @Titaantje, ik kan me prima vinden in dit verhaal. Het sterkt mij in de opvatting dat het belangrijk is dat de student eigenaar is van zijn portfolio en de ruimte moet krijgen om dat naar eigen inzicht in te richten. Het onderstreept het belang dat onderwijsinstellingen het portfolio goed moeten afstemmen op het onderwijs dat wordt aangeboden. Hoe wij als opleiding toetsen bepaalt de manier waarop studenten studeren.

  • “Laat de jongeren nu zelf eens aan het woord over ICT!”

    Leestijd: < 1

    Het lectoraat eLearning van Hogeschool INHolland en Kennisnet zijn deze week gestart met het onderzoek “Laat de jongeren nu zelf eens aan het woord over ICT”.

    Op de website van het lectoraat staat:

    Wij willen graag weten hoe leerlingen, studenten en jonge, startende leraren aankijken tegen het gebruik van ICT op school en bij het maken van huiswerk. We willen te weten komen hoe ze het gebruiken en of ze ook ideeën hebben over hoe het beter gebruikt zou kunnen worden. Met ICT bedoelen we dan allerlei moderne technologie, van computers en het internet tot mobiele telefoons en digitale foto- en filmcamera’s.

    Ik vind het een interessant onderzoek in een tijd waarin ‘het onderwijs’ aan de ene kant kritisch is over de vaardigheden en competenties van jongeren op het gebied van technologie en leren, maar aan de andere kant diezelfde technologie gebruikt om beter aan te sluiten bij de belevingswereld van jongeren. Persoonlijk hoop ik dat het onderzoek mij meer inzicht verschaft over hoe jongeren technologie inzetten in het informele leerproces en op welke manieren dat mijn onderwijs raakt.

    Dit onderzoek bestaat naast het kwantitatieve onderzoek ook uit een kwalitatief onderzoek dat in het voorjaar van 2009 zal plaatsvinden. Ditzelfde onderzoek wordt ook uitgevoerd in Australie onder de naam Student’s Voices. De verschillende vragenlijsten staan online en zijn te bereiken via de website van het lectoraat.

  • Mini-conferentie digitaal portfolio: Passie en beleving centraal!

    Leestijd: 2 minuten

    Vanmiddag stond er een interessante mini-conferentie op het programma, georganiseerd door de mensen van OO-ICTO van INHolland. Drie Schools vertelde over hoe zij studieloopbaanbegeleiding en portfolio’s inzetten in het onderwijs van de studenten. Drie verhalen over ‘work in progress’, zoeken naar de juiste vorm en het maken van keuzes.
    Ik heb het verhaal van de School of Education Amsterdam verteld, met de vraag, hoe je studenten eigenaar maakt van hun studieloopbaan en portfolio, centraal.

    DPF op de School of Education Amsterdam

    View SlideShare presentation or Upload your own. (tags: dpf)

    Leerervaringen
    Vandaag presenteerden drie Schools. Drie verschillende type opleidingen (Education, Economics en Conservatorium) met de type studenten die op deze opleidingen af komen. Drie Schools met docenten die samen het onderwijs vormgeven, zoveel mogelijk op maat van de student, met een eigen visie. Dat leidt tot drie verhalen over studieloopbaanbegeleiding en portfolio’s die in grote lijnen elkaar overlappen maar in de details van elkaar verschillen. En dat is goed. En van die verschillen heb ik vanmiddag veel geleerd.

    Belangrijke leerpunten voor mij gaan met name over hoe belangrijk het is dat studieloopbaanbegeleiding de studenten beweegt om te leren leren en te reflecteren. Dan hebben we het nog niet eens over digitale portfolio’s. “Studieloopbaanbegeleiding moet de passie van de student centraal stellen“, zij Rob van der Sande van het Conservatorium. Passie als motor van studieloopbaanbegeleiding. Daar sluit ik me helemaal bij aan. Ik moet zelf oppassen dat er geen grote afstand gaat ontstaan tussen studieloopbaan en de ontwikkelingen met het DPF. Als er iets helder wordt vanmiddag is dat beide ontwikkelingen elkaar moeten ondersteunen en versterken.

    In mijn presentatie legde ik de focus op het creëren van beleving en eigenaarschap met het werken met het digitale portfolio, en hoe we dat proberen te ondersteunen en te versterken door het inzetten van een digitale klas en het werken met de Flip. Beleving en passie! Daar hoort ieder leerproces mee te starten. Ik

    En is het zo dat studenten van de lerarenopleiding en kunstvakken meer gemak hebben om een ‘beeldend’ digitaal portfolio vorm te geven? Dit vanwege de concrete kenmerkende beroepssituaties met daaraan verbonden houdingen? En is het zo dat een student aan het conservatorium het makkelijker vind om met een digitaal portfolio te werken omdat hij vaak zelf een website of een MySpace heeft om zich zelf als muzikant in de markt te zetten?

  • Studieloopbaanbegeleiding met de Flip

    Leestijd: 3 minuten

    Dit schooljaar houden eerstejaars voltijd studenten van de School of Education hun studieloopbaan bij middels het digitaal portfolio. Bekwaamheidsdossiers, stageverslagen en ander bewijsmateriaal worden hier verzameld en gepresenteerd aan studieloopbaanbegeleider, mede-student, docent en assessoren. Aan het einde van dit schooljaar heeft iedere student een ingevuld portfolio. Mooie target.

    Eigenaarschap en beleving
    Maar er schuilt meer achter deze doelstelling. Een portfolio is meer dan alleen een showdossier. Gekoppeld aan studieloopbaanbegeleiding (slb) en stagepraktijk kan het portfolio de student inzicht geven in zijn kwaliteiten en verbeterpunten. Het portfolio kan de student ondersteunen in het leren leren. Een belangrijke voorwaarde om dit te bereiken is dat er naast werkende techniek en ondersteuning, ook een bepaalde beleving ontstaat bij de student als het gaat om slb en werken met het portfolio. De student moet zich eigenaar voelen van zijn portfolio.

    Videoreflectie met de Flip
    Hoe bereik je eigenaarschap? In ieder geval is het een proces dat moet groeien. Naarmate het jaar vordert wordt de student steeds vaardiger in het werken met het portfolio en leert hij het effectief inzetten in zijn leerproces. Belangrijk is dat zowel student als slb-er het ‘licht’ zien als het gaat om werken met een portfolio. Daarom zijn wij gisteren gestart met een pilot ‘videoreflectie met de Flip’.

    Een aantal studenten heeft deze periode de beschikking over de Flip. Met de Flip neemt de student lesonderdelen op, supervisie met mede-studenten, interviews met docenten op stagescholen etc. Deze filmpjes plaatst de student in zijn portfolio en vraagt zijn mede-student en/of slb-er om feedback. De studenten die de pilot gaan uitvoeren krijgen twee specifieke opdrachten mee, die zijn ontwikkeld door collega’s die dit schooljaar een opleiding volgen voor coaching met behulp van video. De opdrachten geven aan wat de studenten precies moeten filmen, hoe ze dat moeten filmen, maar bevat ook een kijkwijzer waarmee de student achteraf keuzes kan maken om fragmenten te selecteren en die op te nemen in het portfolio.

    En wat zou het effect zijn op de SLB-er die een filmpje van de student te zien krijgt en daar feedback op gaat geven. Ik hoop dat het de studieloopbaanbegeleiding een positieve boost geeft! We houden het in de gaten.

    Workshop
    Maandagmorgen gaven Tom Visscher (OKR/ICTO) en ik maandagochtend een workshop ‘videoreflectie met de Flip’. We hebben met de studenten het hele proces doorlopen. Ik heb uitgelegd wat het nut kan zijn van het vastleggen van zaken op video en hoe makkelijk je dat kan doen met de Flip. Uitleggen hoe de Flip werkt is nog geen minuut werk. We hebben ze weggestuurd met een opdracht: neem een filmpje op van een minuut en vertel over je eerste ervaringen op je stage of vertel wat jouw uitdaging is als je stage gaat lopen.
    Vervolgens hebben we ze hands-on meegenomen in de stappen om deze filmpjes in hun portfolio te krijgen:

    • Bestanden op de Flip kopieren naar de computer
    • Bestand openen in MovieMaker, titeltje toevoegen en opslaan als bestand geschikt voor internet
    • Uploaden naar SurfMedia
    • Met virtuele snijmachine begin- en eindpunt markeren van fragment
    • Embed-code opnemen in digitaal portfolio
    • Feedback vragen

    Reacties
    Reacties van de studenten zijn positief. De Flip is een succes. Het is goed dat ze het hele proces een keer gezien hebben, nu kunnen ze verder met de handleiding. We hebben uitgelegd waarom we voor SURFMedia hebben gekozen, en bijvoorbeeld niet voor YouTube. Bij SURFMedia kan je je filmpjes afschermen en heel specifiek aangeven wie jou filmpje wel mag zien en wie niet. We ontdekten wel wat moeilijkheden met afgeschermde filmpjes bekijken in het digitaal portfolio. Dat gaan we beter uitzoeken. Ook voor ons is het dus goed om het proces een keer te zien. De studenten gaan nu aan de slag en ik ben benieuwd naar de reacties.

    Wat in ieder geval gelukt is, is dat de Flip een stukje extra beleving bij de student oplevert. Weer een klein stapje dichterbij eigenaarschap.

    Links
    Hieronder twee links naar filmpjes op SurfMedia. Je hebt een SURFgroepen account nodig om deze te bekijken. Windows Media format.

    In het eerste filmpje leg ik uit aan de studenten wat ze met de Flip gaan doen. Klik hier.

    Het tweede filmpje is opgenomen tijdens de mini-conferentie Digitale Leeromgeving door Jos Fransen en Eric Poldner waarin ze brainstormen over het toepassen van de Flip in het onderwijs. Met toestemming hier geplaatst. Klik hier.

  • TeachMeet NL ’09

    Leestijd: < 1

    TeachMeetNL '0929 januari, tijdens de NOT ’09, organiseert Helikon de unconference TeachMeetNL ’09 in MediaPlaza, Utrecht. Wat is een TeachMeet?

    De TeachMeet is een informele bijeenkomst voor iedereen die nieuwsgierig is naar technologie in het onderwijs. Iedereen kan deelnemen en zijn ideeën of geweldige ervaringen uit zijn onderwijspraktijk met anderen delen.

    Een TeachMeet gaat over informeel leren, creativiteit, inspireren en laten inspireren. Op de TeachMeet mag  je jouw onderwijsidee, project, visie of gedachten presenteren: via een micropresentatie van 7 minuten (Pecha Kucha-achtig) of een nano-presentatie van 2 minuten. En wil je niet presenteren? Ook goed! Laat je inspireren, spreek iemand aan en praat over je passie voor het onderwijs! Je kan je hier inschrijven (ik sta er nog niet bij, maar dat gaat goed komen)

    Krachtige leerervaring
    De TeachMeet zou ook een ideaal evenement voor studenten van de lerarenopleiding zijn! Verplichte kost voor iedere beginnende leraar zodat hij/zij een goed beeld krijgt van de ontwikkelingen binnen het onderwijs en informeel leren. Een TeachMeet zou voor de student een betekenisvolle leerervaring opleveren die heel krachtig is! Misschien een idee voor lerarenopleidingen om een ‘open opdracht’ te koppelen aan de TeachMeet met wat reflectievragen en de student die vervolgens laten opnemen in hun portfolio. En er schijnt bier te zijn. Dat moet motiveren.

    Leren en bier!
    Deze nu al onsterfelijke uitspraak deed de organisator van de TeachMeet, Fons van den Berg a.k.a Helikon, op het Edublogdiner ’08 in Utrecht.

  • Edublogdiner ’08

    Leestijd: < 1

    Aan de vooravond van de Surf Onderwijsdagen 2008 bevond ik mij op het Edublogdiner in restaurant Lofen in Utrecht. Een gezellig samenzijn van ruim 35 Nederlandse en Vlaamse edubloggers, edutweeters en andere geïnteresseerden. Naast het feit dat wij elkaar allemaal wel ‘online’  kennen via blogs en Twitter, is de bindende factor voornamelijk onderwijs, ict en leren. Goed gezelschap! Des te meer reden om elkaar eens in real life te ontmoeten en bij te praten.

    Social software
    Hoe zou dat werken? Je kent (bijna) geen gezichten bij de personen.  Nog voor dat we Utrecht CS hadden bereikt was het al geregeld. Via Twitter werd er snel een afspraak ‘om 19:00 bij de AH op Utrecht CS’ gemaakt, zodat er gezamenlijk naar de plaats van bestemming gewandeld kon worden. Onderweg haakten er nog een aantal mensen aan. Goed medium, Twitter.

    Onderwerp van gesprek?
    De Flip, docent 2.0 vs student 1.0, student 2.0 vs docent 1.0, t-shirt van Pierre Gorissen, Teachmeet van Fons van den Berg, Wilfred Rubens die alles weet over de vriendjes van z’n nichtjes via Hyves en de mooie woorden van Willem Karssenberg. Margeet van den Berg inspireerde ons door op te merken wat voor conferentie je zou kunnen organiseren als je alle aanwezigen iets laat presenteren, een Edublogconferentie! Wat zou er aan de andere tafels allemaal besproken zijn? We zullen het lezen op de blogs. En er was uiteraard applaus voor de geweldige organisatie van Jeroen van Beijnen en Karin Winters.

    Vanavond was ik gewapend met de Flip, waarmee ik wat ‘donkere’ opnames heb gemaakt. Een aantal van deze beelden zijn gemaakt door Karin Winters en Wilfred Rubens, wat duidelijk maakt dat de Flip een social tool is.

    Impressie van het Edublogdiner ’08

  • Volg de Onderwijsdagen 2008 via Twitter (#owd2008)

    Leestijd: < 1

    Dit jaar bezoek ik voor het eerst de SURF Onderwijsdagen in Utrecht. Binnen het hoger onderwijs het evenement voor ICT- en e-learning ontwikkelingen.

    Backchannel
    Ik zal dit evenement live bloggen via Twitter. Via mijn Twitter-account kan iedereen mijn belevenissen volgen. Ik ben zeker niet de enige edutweeter die dit gaat doen. De Onderwijsdagen hebben dit jaar een backchannel in het leven geroepen middels de Twitterfountain. Dat is een kleine webapplicatie (een widget) die alle berichten op Twitter en foto’s op Flickr met de hashtag #owd2008 verzameld en presenteert. Een snelle en informele manier om je zelf op de hoogte te stellen van de ervaringen van de deelnemers aan deze dagen. De Twitterfountain staat hieronder.

    Een andere manier om via Twitter de Onderwijsdagen te volgen is via deze link.

    Om een zo breed mogelijk publiek te trekken, ook de mensen die er niet bij kunnen zijn, is er een live video stream die een aantal keynotes, pre-conferences en lezingen zal uitzenden. Klik hier voor de livestream.

    Tijdens de lunch op dinsdag zal ik aanschuiven bij Werner Vogels, chief technology officer bij Amazon.com, waar we gaan praten over cloud computing in het hoger onderwijs. Uitbreid verslag van de twee dagen later deze week.

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema