Categorie: icto

  • Horizon Report 2010

    Leestijd: 2 minuten

    De 2010 editie van het Horizon Report is gepubliceerd. Het rapport, geschreven door New Media Consortium en EDUCAUSE  Learning Initiative, beschrijft ieder jaar zes opkomende ontwikkelingen, trends en uitdagingen op het gebied van ICT in het onderwijs, waarvan verwacht wordt dat deze in de komende vijf jaar door het onderwijs worden opgepikt,  verdeeld in drie adoption horizons:

    Near-term horizon (komende jaar):
    1. Mobile computing
    2. Open content

    Second adoption horizon (over 2 – 3 jaar)
    3. Electronic books
    4. Simple Augmented Reaity

    Far-term horizon (over 4 – 5 jaar)
    5. Gesture-based computing
    6. Visual data analysis

    Lerarenopleiding
    Hoe gebruik ik dit rapport in de lerarenopleiding? Vorig jaar heb ik de ontwikkelingen verwerkt in een presentatie die ik een aantal keren heb gegeven voor studenten en docenten: wat betekenen deze technologieën voor het (her-)ontwerp van leerpraktijken? De mensen een beetje wakker schudden en out-of-the-box laten denken. Vervolgens heb ik toch vooral het idee, positieve uitzonderingen daargelaten, dat de mensen zich weer fijn nestelen in de traditionele leeromgeving van het onderwijs. Het is belangrijk dat ik deze ontwikkelingen blijf presenteren in de context van de transitie naar een ander pedagogisch-didactisch paradigma.

    – Wat is de rol van het onderwijs in een wereld waar lerenden een overvloed aan informatie en relaties kunnen ontsluiten via deze technologieën;
    – Hoe gebruiken jongeren deze technologieën in hun persoonlijke leeromgeving en welke kwaliteiten heb ik als docent om deze jongeren te begeleiden;

    Continuïteit?
    Lees meer over het Horizon Report op de blogs van Wilfred Rubens en Pierre Gorissen. Wilfred beschrijft de trends die genoemd worden in het rapport. Beide vergelijken dit rapport met die van vorig jaar. Daar zitten nogal wat verschillen tussen, zoals Pierre laat zien door de rijtjes naast elkaar te leggen. Pierre heeft als kritiek dat het rapport vooral een richtingwijzer voor toegepast onderzoek is en dat er een terug-rapportage mist, die de stand van zaken omschrijft van ontwikkelingen uit vorige edities en welke leerpunten we daar uit kunnen halen.

    Ik zal dit eens voorleggen aan de lector eLearning van INHolland, Guus Wijngaards. Hij is de afgelopen twee jaar betrokken geweest bij een van de advisory boards van het rapport. Ik zal hem vragen wat precies zijn bijdrage is aan het rapport en hoe dat verder tot stand komt en wat hij vindt van een stuk reflectie in het rapport?

    Update 18/01 Ik heb vandaag met Guus Wijngaards even gesproken over dit onderwerp. Hij merkte op dat er twee Horizons reports zijn, een ‘meta’-versie en een K12-versie. Hij heeft zijn bijdrage geleverd via een wiki, daar wordt vervolgens over vergadert en wordt er een ranking van de meest genoemde ontwikkelingen. Hij is het eens met de opmerking van Pierre Gorissen, en zal dat in maart aankaarten bij Larry Johnson, chief executive officer van het NMC, tijdens de COSN conferentie in Washington.

    Schiet me verder nog een opdracht voor studenten te binnen. Lees in het rapport over de zes technologieën, maak een playlist van YouTube-filmpjes waarin je een voorbeeld ziet van deze technologieën, deel deze playlist met je mede-studenten en discussieer over welke technologie naar jou mening het meest relevant is voor jouw onderwijs.

    Hieronder een leuk voorbeeldje van augmented-reality (hoewel niet erg simple).

  • Oproep: Op zoek naar succesvolle leerpraktijken!

    Leestijd: 4 minuten

    Oproep:

    Voor het onderzoek Students’ Voices II van het lectoraat eLearning van Hogeschool INHolland ben ik op zoek naar:

    Succesvolle leerpraktijken in het onderwijs waar leerlingen/studenten en de school/docenten samen verantwoordelijk (co-creators) zijn voor leerinhoud en leerproces en waar er betekenisvolle relaties kunnen worden gelegd tussen de formele leeromgeving van school en de informele leeromgeving van de leerling/student.

    In het onderzoek staat de volgende vraag centraal:

    Wat zijn kenmerken van succesvolle leerpraktijken met de inzet van Web 2.0- technologie die maken dat ze als model kunnen dienen voor een herontwerp van leerpraktijken in vergelijkbare en minder vergelijkbare contexten?

    Meer hierover verderop in deze post, ik zal eerst de reden van mijn verzoek toelichten. Ik ben een aantal uren per week werkzaam als research fellow bij het lectoraat eLearning van INHolland. De onderzoeken van het lectoraat eLearning richt zich op de vraag, hoe de kwaliteit van het leren en onderwijs kan worden verbeterd door de inzet van ICT en e-learning.

    Mijn activiteiten in het lectoraat zijn met name gericht op het onderzoeksproject Students’ Voices. Dit is een onderzoek naar de mening van leerlingen en studenten over leren met technologie. Dit onderzoek gaat dit jaar zijn tweede fase in: Students’ Voices II (lees hieronder een korte toelichting). En het is om deze reden dat ik mijn blog even misbruik voor deze oproep. Dus:

    Bent u bezig met ontwikkelen/uitvoeren van een dergelijke leerpraktijk? Heeft u net een succesvol onderwijsproject uitgevoerd? Kent u collega’s of scholen die een dergelijke succesvolle leerpraktijk hebben? Grote projecten, kleine projecten, lessenseries, etc. Type onderwijs maakt niet uit. Ik hoor het graag! Via een reactie op deze post, via Twitter of jeroen.bottema[at]inholland.nl. Bij voorbaat dank! Zeg het voort! Re-tweet! Ik zou daar enorm mee geholpen zijn.

    Deze leerpraktijken plaats ik op een longlist, waaruit ik samen met mijn collega’s een selectie zal maken.

    Students’ Voices
    In het schooljaar 2008-2009 is in Australië en Nederland onderzoek gedaan naar de ervaringen, verwachtingen en ideeën van leerlingen, studenten en jonge, startende leraren met de betrekking tot de inzet van ICT in leerprocessen: Students’ Voices.

    De conclusies van dit onderzoek zijn te lezen in het bijbehorende rapport (PDF, 1.3 mb). Het artikel (PDF), geschreven door lector Guus Wijngaards, geeft een goede samenvatting van de belangrijkste conclusies.  Een van de interessante vragen in het onderzoek vond ik die over het gebruik van social networking en social media in relatie met leren en onderwijs. Met andere woorden: wat zeggen jongeren over het gebruiken van hun informele, persoonlijke leeromgeving op het web in de formele leeromgeving van school. De leerlingen en studenten gaven aan dat hun persoonlijke  leeromgeving niet zomaar vermengd moeten worden met leren op school. De lector schrijft in het artikel:

    Het gaat over ‘locus of control’, want de persoonlijke omgeving staat onder controle van de eigenaar van die omgeving en bij onderwijs leggen leerlingen/studenten de ‘locus of control’ juist bij de onderwijsinstelling en de leraren. Zolang wij onvoldoende in staat zijn om het onderwijs zo in te richten dat de leerling zich daadwerkelijk mede-eigenaar gaat voelen van het eigen leerproces, is de kans dat persoonlijke omgevingen worden benut bij het reguliere leren klein. Er is nu nog een scherpe scheiding tussen formele leeromgeving en persoonlijke omgeving en pas als we erin slagen om bij herontwerp van het onderwijs de brug te slaan tussen beide werelden, kan een succesvolle verbinding worden gerealiseerd tussen de virtuele omgevingen die daarmee verbonden zijn. bron

    Students Voices II
    Dit is onder andere de aanleiding geweest voor het tweede deel van het Students’ Voices onderzoek en de onderzoeksvraag. We doen het onderzoek vanuit de overtuiging dat zowel de lerenden als de docent zich eigenaar moeten voelen van de leeromgeving.

    Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de inzet van ICT, en dan met name de web 2.0 tools. Door deze tools hebben de leerlingen/studenten meer mogelijkheden om actief deel te nemen en samen te werken aan leeractiviteiten, meer mogelijkheden om zelf leerinhouden te produceren. Deze tools maken vaak onderdeel uit van het ‘persoonlijke web’ van de leerling/student en worden nauwelijks in de formele leeromgeving van de school gebruikt. De vraag is of de leerling/student mede-eigenaar wordt van zijn leerproces door het inzetten van zijn persoonlijke leeromgeving. En hoe stem je beide leeromgevingen dan op elkaar af?

    Door het bestuderen van leerpraktijken waar deze beide leeromgevingen met succes aan elkaar zijn verbonden willen we inzicht krijgen in de succesfactoren. Vervolgens willen we bestuderen of we daar een model uit kunnen genereren die je kunt gebruiken bij het ontwerpen van leerpraktijken.

    Student centraal
    In Students’ Voices I hebben we echt alleen de jongeren aan het woord gelaten, in Students’ Voices II zullen we naast een document studie, interviews gaan houden met alle betrokkenen in de leerpraktijken. Toch staat in dit onderzoek ook de stem van de jongeren weer centraal. Wij gaan uit van gedeelde verantwoordelijkheid bij jongeren voor het eigen leren en daarom is het belangrijk  dat we luisteren naar hun ervaringen en ideeën. Door in het onderzoek hun rol en betrokkenheid te beschrijven, hopen we waardevolle elementen op te pakken waardoor we in het onderwijs de juiste keuzes kunnen maken als het gaat om het (her-)ontwerpen van onderwijs

    Meer info:
    Meer informatie over Students’ Voices kunt u vinden op de website. Op de laatste editie van de Online Educa in Berlijn gaf lector Guus Wijngaards een korte presentatie over Students’ Voices II. Ik heb daar onderstaande slidecast van gemaakt:

    Met dank aan collega’s van het lectoraat.

    Image: iStockphoto, Students’ Voices logo by Carel Fransen.

  • The Online Educa Berlin Twub (#oeb2009)

    Leestijd: < 1

    I’m attending the Online Educa Berlin 2009 this week. Check out this post to read what I’m up to at the conference.

    I’ll be using Twitter for updates and reflections, using the tag #oeb2009. And of course to keep my colleagues back home informed (and make them jealous). You can use this tag in Twitter to create a backchannel of informal ideas, reflections, conversations from all tweeps at the conference. Join the conversation or just let the information flow. Like a radioshow on the background, if you ‘hear’ something interesting, just turn up the volume.

    A great backchannel-tool is a ‘Twub‘. A twub is a Twitter-group organized around a hashtag. It contains a live feed with tweets, but members can also contribute media, links and RSS-feeds. Sort of a social media landscape of the conference, which you can embed in your website or blog (see below).

    I’ve created a twub for the Online Educa Berlin ’09, it aggregates the tweets with the hashtags #oeb2009 and #oeb09. Please join and retweet!

    3647-194-92

  • De bloggende medewerker

    Leestijd: < 1

    De bloggende medewerker

    Het personeelsmagazine “ENZO”  van INHolland besteed deze editie aandacht aan Leervlak.nl. Harmen Brethouwer heeft een item geschreven over een aantal initiatieven binnen INHolland op het gebied van kennisdeling. Naast mijn blog aandacht voor Annemiek Scholten over het gebruik van LinkedIn en Twitter binnen INHolland, de wiki Digital World, een Hyves voor functiebeperkten en DigiLIS, een intranetapplicatie voor opleidingsinformatie.

    bron: ENZO november 2009 “KRIS ENZO”, pag. 11 (digitale foto door ondergetekende)

  • Een assessment aan een Surface (#owd09)

    Leestijd: 2 minuten

    Het zijn de laatste weken van het schooljaar. De laatste loodjes voor Frank. Frank is eerstejaars student aan de lerarenopleiding. Over een klein uurtje heeft hij zijn ‘fasetoets’, een assessment. In een gesprek met twee assessoren moet duidelijk worden of hij beroepsgeschikt is en wat de aandachtspunten zijn voor de volgende fase. Frank logt in op zijn digitaal portfolio en bekijkt de documenten, video’s en foto’s die hij heeft gerangschikt voor zijn assesoren. Dit is het bewijsmateriaal waarmee hij aantoont dat hij een positieve ontwikkeling heeft doorgemaakt in zijn loopbaan als student en beginnend docent.

    Frank wordt uitgenodigd om binnen te komen. In de ruimte zitten zijn assesoren om een Surface table. Frank gaat er bij zitten. Hij ziet dat zijn portfolio ‘al op tafel ligt’, het gedeelte dat hij had ingericht voor de assessoren. Frank schuift met zijn vingers over het oppervlak en ordent het een en ander. Hij vergroot een document met een overzicht van belangrijke leerpunten dit jaar.

    De assesoren stellen Frank verdiepende vragen. De assessoren vragen Frank of hij het bewijsmateriaal wil laten zien dat aantoont hoe hij zich heeft ontwikkeld op het terrein van leidinggeven aan een groep. Frank reikt naar de Surface table en met een aantal schuifbewegingen met zijn vingers haalt hij de stukken naar voren en vergroot ze. Een van de assessoren helpt hem om alles duidelijk zichtbaar te maken. Wat niet meer nodig is, verdwijnt weer in de ‘map’. Frank laat een product in zijn digitaal portfolio zien waarin hij een kenmerkende beroepssituatie heeft uitgewerkt. Hij opent het bijbehorende videofragment er bij en draait het naar de assessoren toe, zodat ze het goed kunnen zien.  Een van de assesoren opent het bijbehorende reflectieverslag om wat meer verheldering te krijgen. Vervolgens wordt het digitaal portfolio er weer bij betrokken en worden de 360 graden scans besproken.

    Na een klein uurtje is het gesprek afgelopen. Frank heeft er een goed gevoel over. Hij voelde zich tijdens het gesprek op zijn gemak, iedereen was actief onderdeel van het gesprek. Natuurlijk had Frank zijn laptop mee kunnen nemen, maar dan was het gesprek wat meer eenrichtingsverkeer geweest. Ook had hij nooit zo snel alles kunnen laten zien. Volgend jaar maar eens kijken of hij de Surface table kan inzetten in een projectgroep. Een Surface table is wat dat betreft een voorbeeld van social hardware.


    Surface


    Context
    Op de Onderwijsdagen 2009 zat ik samen met Carlo van Haren van Winvision aan een Surface, en speelden een SLB-gesprek met het portfolio en documenten ‘op tafel’. Het lijkt me een gaaf experiment om eens een assessment te doen van een docent met behulp van de Surface.

    Photo’s by jeroenbottema | Flickr


  • De Onderwijsdagen in een Twub (#owd09)

    Leestijd: < 1

    Het gebeuren dat u hieronder aantreft is een weergave van de Twub van de Onderwijsdagen op 10 en 11 november 2009. Deze Twub verzamelt de berichten op Twitter met de hashtag #owd09. Zo ontstaat er een backchannel van informatie over de Onderwijsdagen. Je kan lid worden van de Twub en naast tweets ook afbeeldingen en video’s toevoegen.

    Drukwerk

  • Plagiaatpreventie

    Leestijd: 3 minuten

    Dinsdag 3 november organiseerde het domein Education van Hogeschool INHolland een studiedag. De middagsessies waren gevuld met workshops. Ik volgde onder andere de workshop plagiaatpreventie, verzorgd door Mirjam Winkelmolen van OKR. Naast een discussie over wat plagiaat(preventie) is keken we ook naar de toepassing Ephorus. Kort mijn leerpunten.

    (meer…)

  • Pleased to MiXM! (#mixm09)

    Leestijd: 3 minuten

    3932068673_c1acb5c2a6_oOp donderdag 5 november vond op Hogeschool INHolland in Diemen het event MiXM plaats, georganiseerd door eerstejaars studenten van de opleiding Crossmediale Communicatie. Crossmedia? (meer…)

  • Hoe krijg ik mijn Ning ‘Ad-Free’?

    Leestijd: 2 minuten

    ning-logoAls studenten en scholen mij vragen om een laagdrempelige samenwerkomgeving voor projectonderwijs op het internet, dan adviseer ik ze om eens naar een Ning te kijken. Een Ning is snel neergezet en het inrichten is relatief eenvoudig. Het is gratis. Je kan er voor kiezen om een Ning af te schermen, wat veel studenten en docenten een prettig idee vinden. Mijn ervaring is dat leerlingen prima de weg weten te vinden binnen een Ning, je hoeft ze niet heel veel uit te leggen.

    Met name voor docenten en studenten die niet veel ervaring hebben met het ontwikkelen van leerpraktijken in een electronische leeromgeving is de Ning een goede tool om mee te beginnen. De techniek is laagdrempelig, je kan snel praten over hoe je de Ning met zijn diverse tools het beste kunt inzetten in het onderwijs.

    Een nadeel van een Ning, en dat schrijft ook Chris Betcher in een blogpost op Betchablog, is de reclame via Google ads. Betcher schrijft:

    Although Nings are proving incredibly useful for educators, the Google ads that appear on the right-hand menu are problematic for many educational purposes.  As good as the Ning environment is, with the ads in place (and in a new Ning the ads are often for inappropriate things like weight loss, online dating, work from home schemes, etc) Nings become largely unsuitable for school use.  While it’s possible to pay to remove the ads, the cost and red-tape involved in doing this in a school setting also make it less likely that educators will pursue it as an option.

    Met een upgrade kun je tegen betaling de Ning wel zonder reclame krijgen, maar door de blogpost van Betcher leer ik dat Ning’s die voor onderwijsdoeleinden gebruikt worden gratis ‘ad-free’ gemaakt kunnen worden. En het enige wat je hoeft te doen is het te vragen. Betcher beschrijft de stappen om dat te doen:

    • Go to http://help2.ning.com/AskUsAQuestion
    • Fill in the URL for the Ning you want made ad-free
    • From the “Select a Topic” dropdown, choose “General Question”
    • In the “Describe your Question” field, write a short request for your ads to be removed…  as an example, this is what I wrote…  “Hello, I’d like to request that the above Ning be made ad-free for education. Our school is doing a collaborative project with our sister school in Japan and would like to use the Ning environment for these exchanges. Our students are aged between 13 and 17 and the Ning will be used only for educational purposes. Thanks!“

    Op de Ning in Education lees ik:

    To help educators benefit from Ning’s unique social networking environment, Ning has offered to remove the ads from educational networks which are geared toward students between the ages of 13 and 18 (grades 7 – 12).

    Een student van mij werkt met een Ning op haar stageschool, eens kijken of het lukt.

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema