Categorie: leren & innoveren

  • Kernreflectie op Onderwijsradio.nl

    Leestijd: 4 minuten

    In een blogpost van Annet Smith las ik over een gratis webconferentie over het creëren van draagvlak voor innovatieprojecten in het beroepsonderwijs. Daar kan ik wel wat ondersteuning in gebruiken, dus ik stem op 16 juni tussen 20:00 en 21:00 af op Onderwijsradio.nl (bestaat niet meer). Ik had nog niet eerder gehoord van Onderwijsradio.nl, dus ik nam vandaag een kijkje. Het eerste wat ik tegenkom is een item over kernreflectie en multi-level learning van Fred Korthagen. En dat vind ik interessant!

    De meeste docenten op de School of Education Amsterdam zijn getraind in kernreflectie en wij proberen het zoveel mogelijk te integreren in het coachen van studenten en elkaar. Voor mij is het een belangrijk geweest voor het formuleren van één van de niveaus van wat ik als vlak leren noem: vlak leren op persoonlijk niveau.

    Fight, flight, freeze
    Het 20 minuten durende gesprek (directe link naar mp3, helaas link bestaat niet meer) is een uitstekende introductie op het onderwerp kernreflectie en multi-level learning. Fred Korthagen praat over de onderwijsvernieuwingen die hij de laatste 10 jaar is tegen gekomen. Hij ziet een internationale trend: ze mislukken bijna allemaal! Hoe komt dat? Mensen hebben toch mooie ideeën over onderwijs? Waar gaat het mis?

    Korthagen stelt dat de boodschap van die ideeën vaak is: “We moeten vernieuwen!” (moetisme). Bij veel docenten wordt deze boodschap ontvangen als: “Doe ik het dan niet goed?”. De docent die dat zegt voelt zich op dat moment niet gezien in zijn kracht, de ontwikkeling stopt, de weerstand ontstaat! Docenten gaan tegen de vernieuwingen vechten, vluchten er voor of verstarren en staan stil. Fight, flight of freeze. Door deze negatieve benadering, vaak onbedoeld, ontstaat er een belemmering die leidt tot onvoldoende draagvlak  voor de onderwijsvernieuwing.

    Competentiegericht onderwijs is hier een goed voorbeeld van. Het lijkt een goed uitgangspunt, zegt Korthagen. Natuurlijk zijn competenties belangrijk, maar kan je leraarschap wel vangen in het lijstje van competenties? Zaken als passie, enthousiasme, innoverend vermogen, humor, geduld, mensen zien zo als ze echt zijn komen niet voor in dat lijstje, maar maken wel wat een goede leraar is. Over de zin en onzin van competentiegericht opleiden heeft Korthagen in 2004 een artikel (pdf) geschreven.

    Flow
    Ik ben het met Korthagen eens. Ik vind het ook veel vruchtbaarder om je te concentreren op wat je wel kan, dan steeds te bevestigen wat iemand niet kan. De positieve benadering gaat om aansluiten bij de kracht van mensen, de vierde ‘f’: flow. Benoem de kernkwaliteiten van mensen en denk mee hoe ze die verder kunnen uitbouwen. Dat is ook de visie van studieloopbaanbegeleiding op onze School. Wij gebruiken daar kernreflectie voor, een gesprekstechniek die de kernkwaliteiten van studenten voorop stelt en bevestigd. Vervolgens is dit de basis om te kijken hoe de student die kernkwaliteiten kan inzetten om te werken aan zijn competenties. Competenties zijn namelijk aan te leren, kernkwaliteiten niet, die heb je. Kernreflectie helpt ook om belemmeringen te benoemen die die kracht evt. in de weg staan. Wij proberen de student te helpen bij het wegnemen van deze belemmeringen zodat hij/zij kan in flow kan geraken en kan leren.  Kernreflectie werkt alleen goed als het authentiek is, het kan geen trucje zijn. Ook de coach moet uitgaan van zijn kernkwaliteiten tijdens het gesprek met de student, met collega’s of leidinggevenden. Als beide in flow zijn, kan er ontwikkeling plaatsvinden.

    Ui
    Hoe zet je die kernkwaliteiten in om je competenties te ontwikkelen? Belangrijk uitgangspunt van kernreflectie is dat de ontwikkeling van competenties bepaald wordt door waar je als persoon in gelooft. Korthagen gebruikt daar het ui-model (zie afbeelding, bron: SLO) voor. Gedrag en competenties zijn  (wat doe je, wat kun je)  de buitenste lagen van de ui, naar binnen toe kom je bij de innerlijke drive van personen. Korthagen gaat er vanuit dat er in alle lagen ontwikkeling plaatsvindt, multi level learning noemt hij dat.

    Ui model

    Terug gaan naar onderwijsvernieuwingen. Er is dan sprake van een verandering van de omgeving in relatie tot het gedrag van de docent. Wil je als school de docenten mee krijgen in de onderwijsvernieuwing, gedragsverandering teweeg brengen,  dan moet je beginnen bij het aanspreken van de interne drive van de docent en het aanspreken en bevestigen van zijn kernkwaliteiten. Ontwikkelen en leren begint bij motivatie! Dat weten we allemaal. Toch is het toepassen weerbarstiger en daarom is het ook belangrijk  dat een methode als kernreflectie schoolbreed wordt toegepast. Het is niet alleen iets tussen docent en student/leerling, maar ook tussen docenten onderling en tussen management en docenten moet dit gedragen worden. En vooral die laatste twee relaties zijn soms lastig te bewerkstelligen, onder de dagelijkse druk van moeten en tijd te kort.

    Vlak leren
    In een eerdere blogpost schreef ik over vlak leren, noem het een mash-up van allerlei leertheorieen en -benaderingen om voor mijzelf te formuleren waarom het belangrijk is om in flow te zijn en hoe ik dat voor mij zelf het beste kan bereiken. Ik beschrijf in deze post vlak leren op persoonlijk niveau. Kernkwaliteiten benoemen en hoe je die kunt inzetten zodat je in een flow-situatie raakt, is voor mij de essentie van dit onderdeel. Het is een aspect waar ik de laatste jaren veel mee bezig ben. Ik weet wat mijn kernkwaliteiten zijn, maar heb moeite om de situatie te creëren waardoor ik deze in een flow-situatie kan toepassen, waardoor ik gemakkelijker, meer ontspannen en effectiever werk. Andersom, als ik in een flow situatie ben, vind ik vaak dat de energie en kracht die dat oplevert onvoldoende terug vloeit in de organisatie waar ik werk. Dat werkt demotiverend voor mij. Ik merk dat ik snel in een fight, flight of freeze situatie terecht kom, en dan kost het weer veel energie om terug te komen in een flow situatie.

    Het gaat ook om de relatie met mijn omgeving. De School waar ik werk met zijn organisatie, en bijbehorende cultuur en collega’s waarmee ik samenwerk. Wat ik dit jaar merk is dat mijn kernkwaliteiten sneller opgepikt (en gewaardeerd?)  worden buiten de School. Dat leidt tot allerlei kansen, en ik merk dat ik ontzettend hongerig ben om deze aan te grijpen. Binnen de School vind ik het veel moeilijker om deze situatie te creëren. Er zijn veel meer belemmeringen die er voor zorgen dat ik mijn taken voor mijn gevoel niet lekker kan uitvoeren. Belemmeringen in de organisatie, maar zeker ook in mijzelf.

    Stof om weer lekker over te piekeren. Fijn om weer even een vlak leren post te schrijven.

  • Wat willen leerlingen zien in hun lesboek?

    Leestijd: 2 minuten

    What do students want in an e-textbook?

    Via een blogpost van Scott McLeod, van het blog Dangerously Irrelevant, kwam ik bovenstaande afbeelding tegen (bron: Textbook Deathwatch, 1 mei 2009, TechLearning.com). De bron van de diagram is de 2008 versie van Project Tomorrow’s Speak Up survey, ingevuld door scholieren (K12) in de VS. Hen werd gevraagd na te denken over het ultieme lesboek en welke technologische features dit lesboek moest hebben. In het verslag van de survey staat:

    As illustrated in the “Shopping List: Ultimate Digital Textbook,” students are very interested in leveraging a wide range of capabilities for this new kind of textbook—and would like it to mimic the way they are approaching learning in general, with heavy emphasis on communications, collaboration, creating content and overall taking control of the learning process themselves.

    Tja, dat leerlingen zo’n vraag benaderen vanuit hun waarneming en idee van leren en onderwijs dat snap ik. Ik heb dat zelf ook ervaren in het onderzoek Student’s Voices waar ik voor het lectoraat eLearning aan mee heb gewerkt (wordt snel gepubliceerd). Dat de nadruk ligt op communicatie kan ik ook terug zien in de diagram, hoewel het eenrichtingsverkeer blijft. Maar samenwerken, content creëren en verantwoordelijkheid nemen voor het eigen leerproces, dat vind ik wel een hele vrije interpretatie van de data.

    Zouden we dan niet wat meer sociaal-constructivische technologieen moeten terugvinden in antwoorden van de scholieren? Iets als een wiki, microblog of forum zouden aardige toevoegingen zijn. Een koppeling met Facebook of MySpace. Maar dat is wat de scholieren nu net niet noemen.

    En dat vind ik een interessante waarneming. Waarom noemen de leerlingen dat niet?

  • Daar hou ik je aan!

    Leestijd: < 1

    Als ik mijn school binnen loop en ik zie onderstaande poster op een deur geplakt, dan word ik daar vrolijk van! Mijn eerste reactie: “Mooi, daar hou ik je aan!”.

    Mijn school mag best proberen mij wat meer te indoctrineren met dit soort visie-beelden. Het inspireert, zorgt voor beleving en discussie. Ik ga deze foto natuurlijk op de voorkant van het scholingsvoorstel eLearning plakken.

    Poster

  • Gratis handboek web 2.0 en social software in de klas

    Leestijd: < 1

    Vandaag las ik op de blog van Pontydysgu (Graham Attwell) over een gratis handboek voor docenten over het toepassen van web 2.0 en social software in de klas. Het handboek wordt geproduceerd onder de hoed van het Taccle (Teachers’ Aids on Creating Content for Learning Environments)-project, dat weer gefinancierd wordt door Comenius gelden.

    Het boek komt in juni uit en is gratis te downloaden van het internet of te verkrijgen als een 150 pagina tellend handboek. Er zijn vertalingen beschikbaar in het Nederlands, Spaans, Italiaans, Duits en ze hopen ook op Grieks. Je kan je bestelling alvast plaatsen via deze link.

    Over de inhoud van het handboek, lees ik op de blogpost onder andere:

    The handbook is geared to the needs of the classroom teacher but teacher trainers, ICT support staff and resource centre staff may find it useful too! It provides both practical support for teachers who want a ‘hands on experience and also help and information for teachers who just want to find out about e-learning.
    The handbook is designed to provide practical support for teachers to:

    • create content for electronic learning environments in the context of an e-learning course
    • identify and decide which ICT tools and content are most useful for particular purposes.
    • create learning objects taking into account information design, web standards, usability criteria and reusability (text, images, animations, audio, video) and which enable active, interactive and cooperative learning processes.
    • use learning environments effectively in order enhance quality and create resources to help them do so.
    • share the developed content with their peers using existing repositories.

    Het boek kan een goede ondersteuning zijn bij trainingen van docenten en leraren-in-opleiding die geconfronteerd worden met de kennisbasis ICT. Ik heb mijn bestelling geplaatst.

  • Rather A Safe Chaos Than A Dangerous Order (#INHshare09)

    Leestijd: 3 minuten

    Donderdag zat ik bij de keynote van Alexandre Peltekian, één van de sprekers op de Show & Share ’09 van Hogeschool INHolland. In zijn verhaal, Rather a safe chaos than a dangerous order, staat hij stil…

    …bij hoe het Hollandse gelijkheids denken tot regeldichtheid en betutteling leidt en gezond verstand in de weg staat. Regelzucht vernietigt leervermogen en management verstikt leiderschap. Niets is wat het lijkt. Perceptieverandering is een middel om ‘out of the box’ te kunnen denken. bron: programma Show & Share ’09

    Deze keynote raakt één van de niveaus van vlak leren, leren binnen de organisatie, zoals ik dat in deze blogpost heb omschreven. Het gaat om innoveren en kennis maken binnen de organisatie, van onderop. Het verhaal van Peltekian is niet nieuw, maar de anologie met innovaties in de luchtvaartindustrie maakte het een interessante sessie.

    Free Flight Concept
    Peltekian gebruikt in zijn verhaal het Free Flight Concept. In dit concept probeert men antwoord te vinden op de vraag hoe je meer vliegtuigen in de lucht kunt krijgen zonder ongelukken. In eerste instantie ben je geneigd te zeggen dat dit een taak is van de verkeerstoren die de piloten aanstuurt. Piloten hoeven tegenwoordig nauwelijks zelf beslissingen te maken als het gaat om de vluchten, dat regelt de verkeerstoren. Er zijn echter grenzen aan de verkeersdruk die de verkeerstoren aan kan.  En door alles te organiseren en te controleren, de piloten minder te laten beslissen, wordt het risico dat er ongelukken gaan gebeuren groter in plaats van kleiner.

    “Niets is wat het lijkt”, zegt Peltekian. Wat gebeurt er als je de verkeerstoren uit de vraagstelling haalt en de piloten weer laat vliegen? Peltekian laat een aantal voorbeelden (zoals onderstaande animatie) zien dat de piloten onderling met elkaar beginnen te communiceren en zelf beslissingen maken over op welke hoogte ze vliegen, welke koers en hoe ze kunnen profiteren van de weersomstandigheden, om op die manier ongelukken te voorkomen. Wat blijkt, op deze manier konden piloten een hogere verkeersdruk aan dan de verkeerstoren. Meer van deze animaties zijn hier te downloaden. De lijnen staan voor de communicatiestromen tussen de vliegtuigen.

    Free Flight animatie

    ‘Ken je grenzen, niet de regels!
    Dit is de boodschap van Peltekian. Een piloot wil vliegen, een docent wil lesgeven. Professionals presteren beter zonder aansturing, peerfeedback uit het eigen beroepenveld is vele malen belangrijker dan het oordeel van het management.

    De uitdaging voor grote organisaties, zoals INHolland, is om de juiste voorwaarden te scheppen voor innovatie. Binnen de organisatie moet de betutteling worden weggenomen, moeten professionals weer met elkaar communiceren en moet de ‘cockpit van het vliegtuig’ opnieuw ingericht worden om de piloot in staat te stellen te communiceren, te excelleren en verantwoordelijkheid te dragen voor zijn acties. Aldus Peltekian, en wat mij betreft heeft hij gelijk.

    In theorie zie ik een organisatie waarbinnen kennis, creativiteit en passie voor vrij stromen in plaats van geblokkeerd te worden door de regels. In de praktijk voor mij persoonlijk een uitdaging, om met deze blokkades  om te gaan. Communiceren met mijn collega’s, het sociale leren, is één van die uitdagingen. En daarin zal ik onthouden…

    Niets is wat het lijkt.

  • Waarheid en vrijheid in het onderwijs. Tegenlicht.

    Leestijd: 4 minuten

    Plato en Socrates. Waarheid en vrijheid. Hoe ziet het onderwijs van morgen er uit en hoe halen we het beste uit onze leerlingen? Op deze vraag zoekt Rob Wijnberg een antwoord in een aflevering van VPRO’s Tegenlicht van maandag 23 maart. In “Hoogvliegen in laagland” is Wijnberg in gesprek met Frank Furedi, Robbert Dijkgraaf en John Moravec.

    Waarheid
    Volgens Frank Furedi, schrijver van het boek Where Have All The Intellectuals Gone, hebben wij geen vertrouwen meer in onze leerlingen, omdat wij,  de docenten, hen niets leren. Hij ziet een paradox in het onderwijs. Het onderwijs praat veel over kennis en kennisvergaring, maar besteedt tegelijkertijd steeds minder aandacht aan de daadwerkelijke kennis. De zoektocht naar waarheid, academische kennis, is gestaakt! Hij hekelt het leren leren, want waarom gaat het onderwijs niet over wat je leert? De docent als coach vindt hij een zwaktebod. De docent moet de kennisautoriteit zijn voor de klas en duidelijke signalen afgeven aan jongeren, die daardoor zekerheid en vertrouwen krijgen om te functioneren in de maatschappij. Docenten durven jongeren niet meer uit te dagen als het gaat om academische kennis! Furedi stelt dat wij onverantwoordelijk bezig zijn in het onderwijs, door leren bloot te stellen aan toeval.

    Plato zegt: zekere kennis en vaststaande sociale normen moeten door onderwijs worden overgebracht. Op die manier ontwikkeld de mens zich tot zijn ware zelf en deugdzame burger (quote Wijnberg)

    Vrijheid
    John Moravec, edublogger op Education Futures, stelt dat het onderwijs waar Furedi over spreekt niet meer het onderwijs van de 21e eeuw is. In het onderwijs van Furedi is de school een fabriek, waar jongeren een vast curriculum volgen door vastgestelde niveaus te doorlopen. Aan het einde zijn ze klaar om in de fabriek te werken. Maar de fabrieken zijn in onze samenleving aan het verdwijnen, die zijn naar China verplaatst. Moravec geeft aan dat we onze jongeren moeten voorbereiden op een maatschappij waar ontwikkelingen steeds sneller en complexer worden, op banen die nog niet bestaan. Wat is dan de basis die je jongeren meegeeft? Volgens Moravec is die nieuwe basis creativiteit en innovatief vermogen. Het gaat om het aanleren van systeemdenken, zodat jongeren leren patronen te herkennen op basis waarvan ze nieuwe patronen kunnen maken. Het gaat om what if-scenario’s en omgaan met chaos en onzekerheid.

    Socrates zegt: Niet zozeer het aanleren van normen en waarden zijn van belang, maar het ontwikkelen van het vermogen om nieuwe waardheden en normen te scheppen (quote Wijnberg)

    Onderwijs op de Obamaschool
    De bovenstaande tegenstelling is kenmerkend voor het onderwijsdebat. Het vormt het landschap waarin we binnen het onderwijs discussiëren over vernieuwingen zoals het nieuwe leren en de veranderende rollen van leerling en docent.

    Een paar weken geleden heb ik deze discussie gevoerd met studenten die in kader van een blok onderwijskunde werkten aan een herontwerp van het onderwijs op de Obamaschool. Mijn verhaal ging over de ontwikkelingen op het gebied van e-learning, en waar je op moet letten als je keuzes maakt om je onderwijs in te richten. Ik deed dat in de context van een maatschappij die hot, flat & crowded is (lees bijvoorbeeld deze column van Thomas Friedman)

    Ik stelde de studenten de volgende vraag:

    Welke type onderwijs bereidt leerlingen, onze toekomst, voor op het bedenken van oplossingen op complexe problemen zoals het energievraagstuk, het klimaatsprobleem en allerlei andere uitdagingen die een snel veranderende geglobaliseerde maatschappij met zich mee brengt? En wat zullen die uitdagingen zijn?

    Het antwoord is de onderwijsvisie voor de Obamaschool, stelde ik. Met deze vraag in het achterhoofd heb ik ook naar de aflevering van Tegenlicht gekeken. Ik vind dat Moravec het juiste antwoord heeft, hoewel hij niet heel veel ‘spreektijd’ krijgt van Wijnberg.

    Uitdaging
    De rode draad door deze aflevering is niet zozeer de tegenstelling die gepresenteerd wordt, maar meer de noodzaak om jongeren uit te dagen in het onderwijs. Hoewel Furedi wat mij betreft de plan volledig misslaat met zijn academisch onderwijs voor een elite in een maatschappij van gisteren, waardeer ik wel zijn drang naar de waarheid. Maar ik zie het meer als nieuwsgierigheid. Als we jongeren de opdracht geven om in de toekomst technologie te ontwikkelen waardoor de opwarming van de aarde wordt tegengehouden, dan begint dat volgens mij bij nieuwsgierigheid van die jongeren. Het is de zesjescultuur waar Robbert Dijkgraaf over spreekt: waarschijnlijk functioneert ons onderwijssysteem dan niet, het is de opdracht van het onderwijs om mensen continue te blijven prikkelen. En het is de uitdaging die ook aan de basis staat aan Moravec zijn verhaal: wat wil je met de informatie doen?

    Waarheid en vrijheid
    De uitdaging van het onderwijs is het betrekken van leerlingen bij hun onderwijs. Dit is waar het onderwijsdebat primair om moet gaan. De discussie over waarheid vs. vrijheid is de verkeerde discussie. Ten eerste omdat het antwoord in de buurt gaat liggen van ‘best of both worlds’, ten tweede omdat het een misverstand is dat als het om vrijheid (nieuwe leren) gaat, het niet om waarheid zou gaan. Dat is juist waar het nieuwe leren omgaat. Alleen vergeten we dat soms, we zijn zo druk met de veranderende rollen, didactieken en media. Best begrijpbaar. En dan laten we onze leerlingen inderaad wel eens zwemmen, ik geef Furedi daar gelijk in. Hij zegt in de aflevering dat er geen leiderschap meer is, dat leerlingen de docent niet meer zien als autoriteit. Ik denk inderdaad dat leerlingen de docent niet automatisch meer als kennisautoriteit zien, maar wel als autoriteit als het gaat om coach, iemand die ze kan uitdagen binnen een veilige leeromgeving. Dat is waar het onderwijsdebat om moet gaan. Hoe krijgen we dat goed voor elkaar!

    De waarheid hoeft niet ten koste te gaan van de vrijheid, de vrijheid hoeft niet ten koste te gaan van de waarheid.

    Links
    Het “educatie 3.0”- model van John Moravec
    Education Futures – Hallo Tegenlicht kijkers

    Polldaddy
    Gelijk na de aflevering werd er een beetje nagepraat over de aflevering van Tegenlicht via Twitter. Goed moment om iets te doen met een poll, die ik via een tweet heb gepost.  . Niet heel reacties, maar wel leuk om te proberen. Je kan een dergelijke poll snel inzetten. U kunt gerust stemmen! :)

  • Het onderwijsdebat. Punt.

    Leestijd: < 1

    Flauw hé. Maar een momentopname die ik niet kon laten schieten om vast te leggen. Dit trof ik aan op de site van onderwijsdebat.nl

  • Toekomst onderwijssysteem in Tegenlicht

    Leestijd: < 1

    TegenlichtDe VPRO zendt op 23 maart een aflevering van Tegenlicht uit over de vraagstukken met betrekking tot het onderwijssysteem in de 21e eeuw. Dit lees ik nota bene op Education Futures, de blog van John Moravec die ook geïnterviewd is voor deze aflevering. Titel van de blogpost: Backlight.

    Op de website van Tegenlicht meer over deze aflevering:

    In deze laatste uitzending rond het thema “Excellence” gaan wij met een aantal experts op zoek naar antwoorden op de meest prangende vragen met betrekking tot onderwijs. Wat is er nodig voor een betere talentontwikkeling in Nederland en hoe kan dat samen gaan met meer diversiteit?

    Naast Moravec worden Frank Furedi en Robbert Dijkgraaf geïnterviewd. Frank Furedi zijn standpunt is dat de docent weer als sage on the stage moet opereren in plaats van guide on the side, Robbert Dijkgraaf praat over Holland’s ‘New Learning en Moravec zelf zal uitleggen dat het onderwijs al lang niet meer gaat om het vergaren van kennis of het verwerven van macht.

    Tegenlicht: Hoogvliegen in laagland
    maandag 23 maart 2009 20:55 op Ned 2
    dinsdag 24 maart 2009 15:05 op Ned 2 (herhaling)

    En uiteraard op YouTube. Ik ga kijken. Met dank aan John Moravec, want een TV-gids heb ik niet.

  • Digitaledidactiek.nl in boekvorm

    Leestijd: 1

    Digitale DidactiekDeze week werd ik op de hoogte gesteld van de vernieuwde website van digitaledidactiek.nl. De site met concrete stappenplannen voor ict in het hoger onderwijs heeft een frisse en overzichtelijke uitstraling. Toen ik nog in- en voor het voortgezet onderwijs werkte keek ik altijd met een schuin oog naar de ideeën op deze site. Maar ik was de site wel een tijdje uit het oog verloren.

    Naast de website is er ook een boek Digitale Didactiek. Die kreeg ik deze week binnen. Het boek gaat in op didactische en organisatorische vragen waar docenten mee te maken krijgen als ze ICT in het onderwijs inzetten. Waar het op de site om concrete voorbeelden en stappenplannen gaat, worden in het boek de thema’s (werkvormen, begeleiden, toetsen) van de site beschreven en van achtergrondinformatie voorzien.

    Hoofdstuk 1 biedt de algemene context voor het gebruik van ICT in het onderwijs, hoofdstuk 2 gaat over het gebruik van ICT-middelen ter ondersteuning van werkvormen, hoofdstuk drie over het gebruik van online leermateriaal, hoofdstuk vier over het begeleiden van studenten middels ICT en hoofdstuk 5 gaat over het toetsen van studenten.

    Ik ga het met interesse lezen (ik lees eigenlijk alles met interesse) en wil kijken of ik een dergelijk boek kan slijten aan mijn collega’s. Ik hou wel van dit soort ‘basisboeken’ waar je vervolgens op verder kunt bouwen. In ieder geval laat ik hoofdstuk 5 lezen door onze toetscommissie.

    Het boek is hier te bestellen.

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema