Categorie: icto

  • De nieuwjaarsborrel die je niet wilt missen! TeachMeet #iLearn2011 17 januari 2011. Schrijf je in!

    Leestijd: 2 minuten

    “Na een paar maanden van relatieve stilte rond de TeachmeetNL lijkt het erop dat we in 2011 weer helemaal los gaan”, schrijft Fons van den Berg op de site van TeachmeetNL. Klopt, en we starten met de TeachMeetNL iLearn2011 op maandag 17 januari georganiseerd door de tweedegraads lerarenopleiding van Hogeschool Inholland in Amsterdam.

    Wat is een TeachMeet?

    Een TeachMeet is een informele bijeenkomst voor iedereen die nieuwsgierig is naar technologie in het onderwijs. Iedereen kan deelnemen en zijn ideeën of geweldige ervaringen uit zijn onderwijspraktijk met anderen delen. Uitgangspunt is: de borrel = de conferentie. Een TeachMeet is een unconference. De bedoeling is dat het de leukste professionaleringsbijeenkomst is die je kent.

    Schrijf je in! Laat je inspireren, ontmoet nieuwe mensen, bedenk mooie ideeën onder het genot van een hapje en een drankje! Beter nog: draag bij! Met een micro-of nano-presentatie.  Of op een andere wijze, er staat niets vast! Ga naar de TeachMeetNL wiki voor meer informatie over de TeachMeetNL #ilearn2011, de spelregels en hoe je je kunt aanmelden.

    Deze Teachmeet wordt aansluitend aan iLearn2011 georganiseerd, een ‘student generated’ mini-conferentie over ICT & Onderwijs. Tweedejaars studenten van de tweedegraads lerarenopleiding Domein Onderwijs, Leren & Levensbeschouwing van Inholland presenteren door middel van presentaties, workshops en round tables hun leervragen op het gebied van ICT en onderwijs.

    De studenten werken nu aan het ‘beantwoorden’ van hun leervraag en aan de voorbereidingen van actieve- en inspirerende sessies. Aanbod komen thema’s als digiborden; games in het onderwijs; effectief presenteren; social media; digitale leermiddelen; digitale didactiek en nog veel meer. De studenten willen graag hun kennis delen en de dialoog aangaan over de inzet van ICT in het onderwijs en leren.

    iLearn2011is toegankelijk voor iedereen die binding heeft met het gebruik van ICT in het Onderwijs. Medewerkers en studenten van het domein OLL van Inholland, maar ook ‘externen’ zijn bij deze van harte uitgenodigd! Hier vind je meer informatie (en binnenkort het programma).

    En daarna dus de TeachMeet! Waar studenten, onze leraren van de toekomst, lerarenopleiders, docenten uit het werkveld, ICT & onderwijs experts, innovatoren en creatievelingen elkaar ontmoeten! Dat noemen we met recht een ‘onderwijsfeestje’!

    (en nog zo’n feestje gaat plaatsvinden op woensdag 2 februari: TeachMeetNL PO (Aloysiusschool Maasland)
    Update: 16-01-2011: uitgesteld!

  • Students’ Voices II: Onderzoek naar succesvolle leerpraktijken met web 2.0

    Leestijd: 4 minuten

    ‘Lang, lang geleden’, deed ik op deze plek een oproep naar leerpraktijken die op een succesvolle wijze web 2.0 technologie inzetten. Het lectoraat eLearning was op zoek naar de kenmerken van deze succesvolle leerpraktijken en vroeg zich af of en welke van die kenmerken geschikt zouden zijn voor het herontwerpen van leepraktijken in vergelijkbare- en minder vergelijkbare situaties.

    Daar zat ook nieuwsgierigheid in naar de vraag in welke mate  de ‘affordances’ van web 2.0 technologie zouden bijdragen aan gedeeld eigenaarschap tussen lerenden en docent/begeleiders: co-creatie!

    Het onderzoek, onder de noemer van het internationale ‘Students’ Voices project, is afgerond en heeft geresulteerd in de beschrijving van vijf verschillende casussen incl. bijbehorende ‘flipumentaries’.

    Casussen
    De oproep leverde een respons op van ongeveer 30 casussen. Uit deze longlist volgde een shortlist, en daaruit een selectie van casussen. Na introductiegesprekken en een documentstudie hielden we met de betrokkenen (lerenden en docenten/begeleiders) half-open interviews op basis van een analyse- en evaluatiekader. Hieruit volgde een casebeschrijving en een cross-case analyse.

    De vijf casussen die we hebben beschreven zijn:

    1. Knowmads, een ‘school voor de talented outcast’, waar ondernemerschap, sociale innovatie en leren door doen centraal staat;
    2. GNR8, een leerwerkbedrijf van Hogeschool Inholland, die ‘student generated’ mediaprojecten uitvoeren voor het bedrijfsleven;
    3. Hairlevel XL, een visueel zeer aantrekkelijke online leeromgeving voor leerlingen die de kappersopleiding volgen;
    4. Gamemuseum in Delicious, een initiatief van een docent die zijn studenten via social bookmarking een ‘gamemuseum’ inricht;
    5. Mees’ podcasting, de ‘bijna altijd’ wekelijkse radiopodcasts van Maarten Hendrikx met zijn leerlingen (in combinatie met Twitter).

    Succesfactoren
    Kort over de resultaten (voor een uitgebreid verslag verwijs ik u naar de rapportage). U ziet hem wellicht aankomen, er is geen eenduidige succesformule aan te wijzen! Maar dit zijn de de succesfactoren die de leerpraktijken met elkaar delen. En nogmaals, deze factoren zijn aangegeven in de interviews met de betrokkenen, waaronder ook de lerenden. De students’ voice komt hierin terug.

    1. Bij alle leerpraktijken is er sprake van intrinsieke motivatie. Lerenden geven duidelijk aan een bepaalde mate van mede-eigenaarschap over de leerpraktijkte ervaren. Er is sprake van co-leren, er wordt mede vorm gegeven aan het leerproces en leerproduct;
    2. De leerpraktijken sluiten nauw aan bij de praktijk en de belevingswereld van de studenten. De leerpraktijken zijn authentiek! Echt! Er is sprake van leren door doen. Dit activeert de lerenden, en draagt vervolgens weer bij aan motivatie en eigenaarschap;
    3. Er worden veilige leeromgevingen gecreëerd, waar leerlingen verantwoordelijkheid krijgen. Bij de ene leerpraktijk vindt er op dit terrein meer sturing plaats dan andere, maar dat hoeft niet af te doen aan de mate van eigenaarschap die de lerenden ervaren. Belangrijk bij deze succesfactor is het vertrouwen dat lerenden krijgen van hun docenten/begeleiders. Hierdoor ontstaat ruimte voor creativiteit, zelf-ontplooiiing en betrokkenheid;
    4. De web 2.0 technologie is alomtegenwoordig en laagdrempelig in gebruik. Lerenden kunnen de tools inzetten op een wijze die het best aansluit bij hun persoonlijke leervoorkeuren. Als de didactische strategie o.a. de drie bovenstaande succesfactoren bevat, dan wordt zichtbaar dat de inzet van web 2.0 de actieve betrokkenheid bij het vormgeven van de leerprakijk versterkt. De inzet en de gebruikte functies van web 2.0 wordt wel sterk bepaald door de organisatie van de leerpraktijk, die van formeel tot informeel kan zijn. Interessant in dit geval is de casus Hairlevel XL, die niet zozeer de bekende web 2.0 technologie inzetten binnen het curriculum, maar de functionaliteiten en visie daarachter ‘adopteren’ en vormgeven in een ‘veilige, afgesloten’ leeromgeving. Een formele benadering, maar zeer taakgericht en dat draagt zeker bij tot een mate van succes.
    5. Alle betrokken docenten en begeleiders zijn ervaren gebruikers van de web 2.0 technologie. Het zijn voorlopers die durven experimenteren met technologie, en daar ook de ruimte voor krijgen/nemen. Het zijn vooral didactici die het individuele leerproces van de lerenden voorop hebben staan, en kennis hebben over hoe web 2.0 in te zetten om dit leren te bevorderen. Het zijn docenten die open staan voor samen leren en vertrouwen hebben in de lerenden.

    Matrix
    In de cross-case analyse hebben we vervolgens getracht de leerpraktijken te typeren. Dit hebben we gedaan vanuit de aanname dat de inzet van web 2.0 technologie bijdraagt aan mede-eigenaarschap, dat de basis is voor co-creatie en co-productie in de leerpraktijken. Is de lerende volledig eigenaar, dan is er sprake van informeel leren, dat we ook zien als een van de aspecten van web 2.0.  Hoe meer ruimte de lerende krijgt om de leerpraktijk mede vorm te geven, en hoe groter de rol van Web 2.0-technologie, hoe meer er wellicht sprake kan zijn van informeel leren. Hoe minder er sprake is van een vooraf ontworpen leerpraktijk en hoe meer dat afhankelijk is van een proces, hoe groter het aandeel is van informeel leren is en hoe groter het aandeel mede-eigenaarschap wordt. En dat zie je o.a weer terug in hoe de lerenden en hun docenten/begeleiders de web 2.0 technologie gebruiken, namelijk meer functies en ter ondersteuning van een groter gedeelte van het leerproces.

    Overdraagbaarheid
    De overdraagbaarheid van de succesfactoren van de verschillende casussen is een lastig verhaal. De leerpraktijken kennen hun specifieke context. Het succes van de leerpraktijken wordt bepaald door de betrokkenen, die geven de leerpraktijk een uniek karakter mee. Bovendien is er sprake van maatwerk. Als we het hebben over overdraagbaarheid dan moet je de genoemde succesfactoren eerder  als voorwaarden en ontwerpprincipes nemen in het ontwerp van leerpraktijken in vergelijkbare en minder vergelijkbare contexten.

    Ten slotte
    Lees het volledige rapport hier. Op dezelfde site treft u ook de bijbehorende filmpjes aan die door studenten van GNR8 (Sammy & Dave) zijn gemonteerd en bestaan uit o.a. Flip-opnames die we hebben gemaakt ten behoeve van het onderzoek. In deze filmpjes hebben we getracht zoveel mogelijk de students’ voice naar voren te laten komen. Hieronder treft u een presentatie aan die we hebben gebruikt tijdens de Dag van het Onderzoek van Inholland op 4 november 2010.

    Het is het tweede Students’ Voices onderzoek waaraan ik heb mogen meewerken, en ben eigenlijk weer verrast door de meningen en de beleving van de leerlingen en de studenten als het gaat om vormgeven van onderwijs. Het is ook niet voor niets dat we onderwijsinstellingen het advies geven om ruimte te bieden voor nieuwe initiatieven die samen met de leerlingen en de studenten worden ontwikkeld.

    De kans is groot dat er een innovatieve leerpraktijk onstaat en dat de technologie ook daadwerkelijk wordt ingezet en bijdraagt aan de kwaliteit van leren.

  • Webcolleges op de School of Education

    Leestijd: 2 minuten

    Vandaag hebben twee collega’s van mij een serie korte weblectures over onderzoeksvaardigheden opgenomen. Overigens hebben we gelijk maar afgesproken om ze webcolleges te noemen op onze School. Het zijn onze eerste webcolleges. De webcolleges maken deel uit van een onderwijsontwerp over de afstudeerfase van onze studenten. We worden ondersteund door het ’team weblectures’ van Inholland, die een project zijn gestart om ervaring op te doen met de verschillende mogelijkheden van weblectures.

    Bij weblectures had ik in eerste instantie de associatie met complete hoorcolleges en eindeloze PowerPoints. Die heb je ook, een ‘klassieke’ weblecture. Ik heb overigens voorbeelden gezien van ‘saaie colleges’ die als weblectures opgevreten worden door studenten. Zeker als er veel informatie wordt aangeboden zijn dergelijke weblectures waardevol. Maar je kan ook kiezen voor kortere varianten, waar ieder webcollege bestaat uit een deelonderwerp. Hier hebben mijn collega’s ook voor gekozen in hun ontwerp: wat is de onderzoekscyclus, hoe formuleer je een onderzoeksvraag, etc.

    In eerste instantie worden deze webcolleges als extra naslag naast de reguliere bijeenkomsten aangeboden in BlackBoard. Mijn collega’s zien echter ook al de mogelijkheden voor het hergebruik van de webcolleges voor een volgende keer. Je kan dan studenten vooraf de opdracht geven om zich op een bijeenkomst voor te bereiden door het bekijken van de webcolleges. Vervolgens ga je nadenken over hoe je reguliere bijeenkomsten anders kunt inrichten, met meer nadruk op de verwerking en toepassen van de theorie.

    Vanochtend sprak ik met Tom Visscher, een van de weblecture experts van Inholland die vandaag de webcolleges heeft opgenomen. Hij kwam met een Samsonite-koffer vol techniek. In onderstaande flipumentary legt Tom uit wat hij allemaal bij zich heeft en wat zijn ervaringen zijn met het opnemen van weblectures.

    Tom wist mij te vertellen dat mijn collega’s natuurtalenten waren in het opnemen van webcolleges! Nu hopen dat voorbeeld doet volgen!

  • Serious gaming in de stagepraktijk?

    Leestijd: 2 minuten

    Via het blog Dangerously Irrelevant stuitte ik op onderstaand filmpje. De University of Central Florida gebruikt computersimulaties met virtuele leerlingen in het trainen van leraren op het gebied van effectieve instructie en klassenmanagement. (meer…)

  • Herontwerp training eLearning deel 2: Ontwerpprincipes en brainstorm

    Leestijd: 4 minuten

    Dit is het tweede deel van een blogpost serie over het herontwerp van een training eLearning. In het eerste deel keek ik terug op de ‘oude training’. In het tweede deel richt ik mij op het herontwerp. Ik hoop dat er meer posts zullen volgen om zo het een en ander inzichtelijk te maken.

    Mijn collega Marten Douma en ik besloten dat het tijd was om de training eLearning die wij nu voor de derde keer gaan verzorgen te herzien. Ten eerste omdat we vinden dat de training beter moet aansluiten bij het gebruik van e-learning en ICT op de praktijkscholen van de studenten, ten tweede omdat we beter willen aansluiten bij de verschillende niveaus en wensen van de studenten. Wij hopen te bereiken dat dit een grotere betrokkenheid en motivatie van de student oplevert met als gevolg dat ‘ICT & onderwijs’ een duidelijke plek inneemt in zijn of haar competentieontwikkeling.

    In deze post wil ik de kaders van de training eLearning ‘nieuwe stijl’ omschrijven en brainstormen over de uitvoering van de training.

    Ontwerpprincipes
    Op de laatste editie van de Online Educa in Berlijn volgde ik een learnshop over ontwerpprincipes voor leeromgevingen, georganiseerd door Ellen van den Berg (Hogeschool Edith Stein), Petra Fisser (Universiteit van Twente) en Wim de Boer (SLO). Het ging hier om een versimpelde versie van de ontwerpprincipes van van den Akker met betrekking tot ontwikkelingsgericht onderzoek:

    “Als je interventie X wilt ontwerpen voor doel/functie Y in context Z, dan wordt aanbevolen om de interventie de karakteristieken A, B en C te geven en dat te doen via procedure K, L en M, vanwege de argumenten P, Q en R”. (van de Akker, 1990)

    In de learnshop werd dit principe vereenvoudigt: als – dan – omdat. Lees meer over de learnshop op de weblog van Petra Fisser.

    Hoewel het in het geval van de workshop ging om het ontwerpen van een fysieke leeromgeving, met evt. een virtuele component, lijkt het mij een goede structuur om de uitgangspunten van de training helder te krijgen. De training is de leeromgeving. Ik werk de volgende formule uit:

    Als:

    Wij een training eLearning willen ontwerpen waarin het leerproces van de studenten op het gebied van ICT & onderwijs centraal staat, waarin de studenten betrokken zijn bij het thema zodat zij dit een concrete plek kunnen geven in hun competentieontwikkeling;

    Dan:

    Is het belangrijk dat de student ruimte krijgt om zijn eigen vragen op het gebied van ICT & onderwijs te formuleren en uit te werken. Daarnaast is uitwisseling van kennis/ervaringen tussen studenten/begeleiders en  peerfeedback van belang voor een kritische houding ten op zichte van de eigen competentieontwikkeling.

    De organisatie van de training en begeleiding kent een duidelijke structuur, waardoor de student het vertrouwen heeft om actief aan zijn eigen ontwikkeling te werken. De leeromgeving moet uitdagend en inspirerend zijn.

    Omdat:

    Uit eerdere ervaringen is gebleken dat een strak georganiseerde, docent gestuurde training niet bijdraagt aan het op de agenda zetten van ICT & onderwijs in de competentieontwikkeling door de student. Omdat deze training voorlopig de enige formele onderwijseenheid is waarin e-learning centraal staat, is het belangrijk dat de student deze ontwikkeling actief en zelfstandig verder doorzet in zijn of haar competentieontwikkeling. Om dit te bereiken is betrokkenheid een belangrijke voorwaarde. Door de training beter aan te laten sluiten bij de vragen van de student en een inspirerende en uitdagende leeromgeving te bieden, werken we aan een basis hiervoor. In deze situatie verwachten we dat de kernprincipes rondom e-learning ook beter beklijven en beter aansluiten bij de huidige ontwikkeling van de student.

    Met name bij de laatste stap denk je na over de argumenten en de theorie achter het ontwerp. Het gaat hier eigenlijk om een expliciete theoretische onderbouwing, ik vlieg hier wat kort door de bocht. Dat komt omdat ik het gebruik om mijn gedachten te ordenen en als brainstorm. En ik zit in tijdnood. :) Dit onderdeel gaan we ook gebruiken om tijdens en na de training te evalueren.

    Brainstorm: mini-conferentie ICT & onderwijs
    De ontwerpprincipes zijn helder, nu de invulling! De studenten hebben 7 bijeenkomsten van 1,5 uur. In plaats van dat we ze onderwerpen gaan opdringen, laten we zelf hun vraag formuleren. Vervolgens moet dat inhoudelijk uitgewerkt en gepresenteerd worden. En natuurlijk is het belangrijk dat ze van elkaar leren. Het moet gaan om halen en brengen.

    In een brainstorm (zie afbeelding hieronder) zijn we uitgekomen op het organiseren van een mini-conferentie/studiemiddag over ICT & onderwijs voor alle studenten en docenten van de School. De invulling wordt bepaald door de leervragen van de studenten, zij vullen de conferentie inhoudelijk.

    De leervraag formuleren ze middels een proposal. In dit proposal formuleren ze een concrete leervraag en hoe ze dat gaan presenteren tijdens de mini-conferentie. Mede-studenten en docenten tekenen in op de workshops/presentaties. Zij vullen na afloop van een sessie een snelle evaluatie in, die wij als begeleiders kunnen gebruiken bij de eindbeoordeling.

    Iedere bijeenkomst wordt door de student gebruikt om de presentatie/workshop voor te bereiden. Zij gaan actief hun leervraag beantwoorden. Wij vragen de studenten ook om te helpen de mini-conferentie mede te organiseren. Wij als begeleiders zullen de hoofdcoördinatie hiervan op ons nemen, maar zaken als een naam voor de comferentie, logo en promotie via de sociale netwerken van de studenten kunnen we prima uit besteden.

    Dit, of een variant hierop, gaan we nu uitwerken in een concrete studiehandleiding. Meer hierover in het vervolg op deze serie.


  • Studenten maken kennis met het SMARTboard

    Leestijd: < 1

    Tijdens de training eLearning op de School of Education Amsterdam grepen drie enthousiaste studenten de kans om even met het SMARTboard te werken. Even aan elkaar laten zien wat er mogelijk is. Experimenteren, informeel leren.

    Daar kan je alleen maar even je camera opzetten en dan niets doen! Later nog wat hide & reveal trucjes laten zien aan de dames, om wat meer mogelijkheden van het SMARTboard in de les op hun netvlies te krijgen.

    Studenten testen het SMARTboard from Jeroen Bottema on Vimeo.

    Photo & video van Jeroen Bottema, met toestemming van de studenten

  • Herontwerp training eLearning deel 1: Webquests en sturen

    Leestijd: 6 minuten

    Dit is het eerste deel van een blogpost serie over het herontwerp van een training eLearning. Dit deel blikt terug op de ‘oude’ training. Deel twee zal gaan over het ontwerpen van de ‘nieuwe’ training en ik hoop dat er meer meer volgen.

    Binnenkort starten we weer met een nieuwe periode op de School. Dat betekent voor mij en mijn collega Marten Douma dat we voor het derde jaar een training eLearning gaan verzorgen aan de tweedejaars studenten van de lerarenopleidingen. Wij spraken elkaar hierover al voor de kerstvakantie. Hoewel deze training een interessante leerpraktijk is, willen we deze toch herzien.

    Ten eerste omdat we vinden dat de training beter moet aansluiten bij het gebruik van e-learning en ICT op de praktijkscholen van de studenten, ten tweede omdat we beter willen aansluiten bij de verschillende niveaus en wensen van de studenten. Wij hopen te bereiken dat dit een grotere betrokkenheid en motivatie van de student oplevert met als gevolg dat ‘ICT & onderwijs’ een duidelijke plek inneemt in zijn of haar competentieontwikkeling.

    training eLearning”
    Tja, een training eLearning. Ik heb het ook niet verzonnen. Het is voorlopig even bij gebrek aan beter. De implementatie van de Kennisbasis ICT (PDF) is in voorbereiding en ik hoop dat dit meer aanwijsbare ruimte oplevert voor didactiek en technologie in het curriculum.

    Soms betekent het opbouwen van een School of Education dat je ontwikkelt terwijl je uitvoert en dat je vandaag een mail krijgt of je gister een training wilde organiseren. Zo ging dat dus twee jaar geleden, en voelde ik mij genoodzaakt iets uit de kast te trekken: een eerder ontwikkelde training over webquests die ik voor mijn studenten Mens & Wereld had ontwikkeld. In deze training ontwikkelen studenten een webquest met behulp van web 2.0 tools.

    Een noodverbandje riep ik, in afwachting op een gestructureerde ICT-leerlijn. Want je kan natuurlijk geen moderne docenten afleveren aan het werkveld met alleen een training eLearning in de broekzak, van welgeteld 7 bijeenkomsten a 1,5 uur. ‘Tuurlijk niet! Het jaar daarop werd deze training weer blind geprogrammeerd en dit jaar ook weer.

    Op dit moment is de training voorlopig nog de enige formele onderwijseenheid over e-learning en ICT in het onderwijs die de studenten in hun studieloopbaan tegen komen. De rest komt naar voren in de vakdidactiek of kenmerkende beroepssituaties op de praktijkscholen. De student heeft daarvoor kennis nodig over een aantal kernconcepten in e-learning en de belangrijkste ontwikkelingen van ICT in het onderwijs.

    Webquest
    Het ontwikkelen van een webquest was dus mijn antwoord op het aanbieden kennis en vaardigheden op het gebied van eLearning en onderwijs in zeven bijeenkomsten a 1,5 uur. Daar had ik de volgende argumenten voor:

    1. Iedereen kan een webquest maken, ook als je niet zo ICT-vaardig bent;

    2. Door de bouwstenen van de webquest toe te passen denken studenten na over begeleiding en ondersteuning van didactische concepten met behulp van ICT. Didactiek op één. Daarna de technologie.

    3. De webquest kan je eenvoudig ontwikkelen met behulp van een weblog, wiki of bijvoorbeeld Google Sites. Studenten komen in aanraking met web 2.0 tools en hoe je die kunt inzetten bij het leren, met name het samenwerkend leren.

    4. In een webquest zoekt de docent de geschikte bronnen op het internet, voor een deel omdat leerlingen dat in beginsel onvoldoende zoekstrategieën beheersen. Daar valt wat voor te zeggen, je kan het de leerlingen ook leren. In beide gevallen gaat het om informatievaardigheden, belangrijk in het ‘domein’ eLearning.

    5. Een webquest is een activerende werkvorm, waarbij de rol van de docent die van begeleider is en de leerling zelfstandig aan het werk is, het liefst in groepsverband. Dit past goed in het tweede jaar van de lerarenopleiding waar de studenten trainingen en colleges volgen over actief leren en samenwerkend leren. Studenten zitten midden in het ontwikkelen van hun visie op de rol van de docent in het leerproces van de leerling. Het ontwikkelen van een leerpraktijk waar de leerling centraal staat, leek mij een prima oefening in dit proces.

    6. Een leerpraktijk waar vele facetten van e-learning in het klein aanwezig zijn, dekt de titel van de training. Je biedt een soort van kapstok aan waar de student in zijn verdere studieloopbaan andere ICT-zaken gaan ophangen.

    7. Grote kans op succeservaring en prima uitvoerbaar voor de studenten op hun praktijkscholen.

    Docentgestuurde leerroute & kapstok
    In de training volgen de studenten een leerroute die ik voor ze heb bepaald. De ruimte voor eigen inbreng en activerende werkvormen tijdens de training verhullen niet dat de basis van deze training stevig leunt op eenzijdige kennisoverdracht. Waarom de behoefte om zo direct te sturen?

    Het is een korte training, maar ik vond wel dat het een basis moest creëren voor de studenten om in hun verdere loopbaan zelfstandig de competenties op het gebied van ICT & onderwijs uit te werken. Ik heb er dus voor gekozen om veel onderwerpen aan bod te laten komen: didactische concepten en ICT, een aantal belangrijke web 2.0 toepassingen en hoe je  daarmee het leerproces van leerlingen kunt begeleiden en toetsen, de webquest en bijbehorende didactiek. Daarnaast moest er tijd zijn voor de studenten om het een en ander zelfstandig uit te werken. Dat resulteerde in een strak spoorboekje.

    De training is een kapstok waaraan kernconcepten over e-learning en ICT in het onderwijs worden gehangen. Het is een introductie op, de basis van. In de verdere studieloopbaan werken studenten verder aan hun competenties en wat betreft ICT kunnen ze op basis van deze training zelfstandig verder uitwerken. Althans, dat hoop je dan, ik zou dat eens moeten meten. Een training van zeven bijeenkomsten is natuurlijk niets als het gaat om dit onderwerp. Zoals gezegd, de training is voorlopig even de enige formele onderwijseenheid over e-learning en ICT in het onderwijs die de studenten in hun loopbaan tegen komen. Dit alles maakte de training als kapstok nog belangrijker. Ik zag dit als een verantwoordelijkheid en is een andere reden waarom ik koos voor een sturende leerroute.

    Hoewel een docentgestuurde training niet echt mijn stijl is, vond ik het in eerste instantie wel op zijn plaats, gezien de doelstelling die ik had. Denken over e-learning in het onderwijs betekent denken over een ander pedagogisch-didactisch paradigma. En niet alle studenten gaan daar even makkelijk mee om. Het is een uitdaging om dat te vertalen door in dit geval het ontwikkelen van een webquest. Een duidelijke studiehandleiding, waarin precies staat omschreven welke activiteiten moeten worden ondernomen en waar deze aan moeten voldoen, geven de student houvast en zekerheid, maar ook de tijd en rust om hier hun positie in te bepalen. Kleine stapjes.

    Op zoek naar betrokkenheid
    Marten en ik bespraken een paar weken geleden de effectiviteit van de training en de rol van de studenten. Gezien het aanbod van allerlei tools en concepten, kun je je afvragen wat er vervolgens echt beklijft bij de studenten. De opzet van de training heeft tot gevolg dat de rol van de student uiteindelijk te eenzijdig is. En hoewel de argumenten zuiver waren, hadden we twijfels over het effect van de training. We konden aan de hand van de webquests en inzet beoordelen of de student inderdaad aan een ‘kapstok’ voor verdere ontwikkeling had gewerkt. In het algemeen hadden we toch sterke twijfels of het merendeel van de studenten die kapstok in hun competentieontwikkeling  zouden gaan gebruiken. Nu kan je daar een training niet verantwoordelijk voor houden, dat heeft met meer zaken te maken, maar wij kunnen wel werken aan betrokkenheid en motivatie, met als gevolg dat studenten het heft in eigen handen nemen en zelf e-learning onderdeel maken van hun competentieontwikkeling.

    We merkten dat studenten graag meer aan de slag wilde met de praktische kanten van ICT & onderwijs, de zaken die ze tegen kwamen op hun praktijkschool. De één wilde weten hoe nu eindelijk een goede PowerPoint te maken voor de les, de andere wilde experimenteren met het digibord.

    Zo ontstonden in onze training twee leerlijnen. Een formele leerlijn waarin de student een webquest ontwikkeld en een informele leerlijn waarin de student zijn eigen leervraag kon stellen, maar ook zijn of haar expertise kon aanbieden. De opdracht was dat studenten minimaal 1x in de periode op een forum een leervraag stelde en 1x een inhoudelijke bijdrage leverde aan een oplossing van een leervraag van een medestudent.

    Binnen de training was er onvoldoende ruimte om beide leerlijnen goed uit te voeren. De formele opdracht overheerste de informele opdracht. Het ontbrak ons aan voldoende tijd. Plus er ontstaat een situatie waar vele onderwerpen aan bod komen, maar waar de tijd voor verdieping en verbreding ontbreekt. Veel over weinig.

    Terug naar de tekentafel dus.

    Herontwerp
    We zijn dus nu de training aan het herontwerpen waarin betrokkenheid en een actievere rol van de student centraal staat. Betrokkenheid als gevolg van de training. Betrokkendheid is niet zozeer het hoofddoel, maar wel een belangrijke voorwaarde willen we bereiken dat studenten e-learning actief opnemen in hun competentieontwikkeling. En ons startpunt is de vraag wat de student nodig heeft.

    Meer hierover in deel 2 van deze serie.

    Photo by paul goyette | Flickr

  • Gastoptreden in “Laat de informatie tot je komen!” (#INHshare10)

    Leestijd: < 1

    Een paar weken geleden vroegen Eric-Jan Dol (@dapperebas op Twitter) en Annette Theuns mij of ik kort wat vragen wilde beantwoorden voor camera. Beide zijn werkzaam als informatiespecialisten bij INHolland en hun verzoek had te maken met hun voorbereidingen op de workshopsessie voor Show & Share, die afgelopen week plaatsvond. Ook collega Tom Visscher en student 2.0 Stef Maas zijn ‘geflipt’.

    De centrale vraag die we moesten beantwoorden was hoe we het liefst op de hoogte bleven van informatie en hoe we deze informatie naar ons toe lieten komen.

    Het is een kort filmpje geworden over Twitter, RSS, iGoogle en LinkedIN. Het is als inleiding gebruikt voor hun sessie over informatievaardigheden:

    Het aanbod van informatie is enorm en het is vaak lastig om je weg te vinden naar juiste en goede informatie. In deze workshop gaan wij je helpen bij het sturen over de informatiesnelweg met behulp van web 2.0 technieken. En we laten zien hoe soms de automatisch piloot kunt gebruiken.

    Handig filmpje, kan ik goed gebruiken voor mijn studenten.

    Eric-Jan stuurde mij de link naar het Flip-filmpje, dat hij op SURFmedia heeft geplaatst. Met een SURFgroepen account of uw instellingsaccount (als de instelling aangesloten is bij de SURFfederatie) kunt u inloggen en het filmpje bekijken.

    Video: Laat de informatie tot je komen

  • Literatuurverwerking via online annotatiesysteem

    Leestijd: 2 minuten

    De afgelopen week ben ik, samen met mijn collega Eric Poldner,  druk bezig geweest met het lezen van concept papers van studenten van de masteropleiding Leren & Innoveren, met als doel om ze te voorzien van feedback. Wij gebruiken daar het online annotatiesysteem van Jakko van der Pol van het IVLOS voor. Via dit systeem hadden de studenten elkaar al eerder van peerfeedback voorzien. Aanvulling 07-01-2018: het Annotatiesysteem is helaas niet meer online(meer…)

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema