Tag: web 2.0

  • Students’ Voices II: Onderzoek naar succesvolle leerpraktijken met web 2.0

    Leestijd: 4 minuten

    ‘Lang, lang geleden’, deed ik op deze plek een oproep naar leerpraktijken die op een succesvolle wijze web 2.0 technologie inzetten. Het lectoraat eLearning was op zoek naar de kenmerken van deze succesvolle leerpraktijken en vroeg zich af of en welke van die kenmerken geschikt zouden zijn voor het herontwerpen van leepraktijken in vergelijkbare- en minder vergelijkbare situaties.

    Daar zat ook nieuwsgierigheid in naar de vraag in welke mate  de ‘affordances’ van web 2.0 technologie zouden bijdragen aan gedeeld eigenaarschap tussen lerenden en docent/begeleiders: co-creatie!

    Het onderzoek, onder de noemer van het internationale ‘Students’ Voices project, is afgerond en heeft geresulteerd in de beschrijving van vijf verschillende casussen incl. bijbehorende ‘flipumentaries’.

    Casussen
    De oproep leverde een respons op van ongeveer 30 casussen. Uit deze longlist volgde een shortlist, en daaruit een selectie van casussen. Na introductiegesprekken en een documentstudie hielden we met de betrokkenen (lerenden en docenten/begeleiders) half-open interviews op basis van een analyse- en evaluatiekader. Hieruit volgde een casebeschrijving en een cross-case analyse.

    De vijf casussen die we hebben beschreven zijn:

    1. Knowmads, een ‘school voor de talented outcast’, waar ondernemerschap, sociale innovatie en leren door doen centraal staat;
    2. GNR8, een leerwerkbedrijf van Hogeschool Inholland, die ‘student generated’ mediaprojecten uitvoeren voor het bedrijfsleven;
    3. Hairlevel XL, een visueel zeer aantrekkelijke online leeromgeving voor leerlingen die de kappersopleiding volgen;
    4. Gamemuseum in Delicious, een initiatief van een docent die zijn studenten via social bookmarking een ‘gamemuseum’ inricht;
    5. Mees’ podcasting, de ‘bijna altijd’ wekelijkse radiopodcasts van Maarten Hendrikx met zijn leerlingen (in combinatie met Twitter).

    Succesfactoren
    Kort over de resultaten (voor een uitgebreid verslag verwijs ik u naar de rapportage). U ziet hem wellicht aankomen, er is geen eenduidige succesformule aan te wijzen! Maar dit zijn de de succesfactoren die de leerpraktijken met elkaar delen. En nogmaals, deze factoren zijn aangegeven in de interviews met de betrokkenen, waaronder ook de lerenden. De students’ voice komt hierin terug.

    1. Bij alle leerpraktijken is er sprake van intrinsieke motivatie. Lerenden geven duidelijk aan een bepaalde mate van mede-eigenaarschap over de leerpraktijkte ervaren. Er is sprake van co-leren, er wordt mede vorm gegeven aan het leerproces en leerproduct;
    2. De leerpraktijken sluiten nauw aan bij de praktijk en de belevingswereld van de studenten. De leerpraktijken zijn authentiek! Echt! Er is sprake van leren door doen. Dit activeert de lerenden, en draagt vervolgens weer bij aan motivatie en eigenaarschap;
    3. Er worden veilige leeromgevingen gecreëerd, waar leerlingen verantwoordelijkheid krijgen. Bij de ene leerpraktijk vindt er op dit terrein meer sturing plaats dan andere, maar dat hoeft niet af te doen aan de mate van eigenaarschap die de lerenden ervaren. Belangrijk bij deze succesfactor is het vertrouwen dat lerenden krijgen van hun docenten/begeleiders. Hierdoor ontstaat ruimte voor creativiteit, zelf-ontplooiiing en betrokkenheid;
    4. De web 2.0 technologie is alomtegenwoordig en laagdrempelig in gebruik. Lerenden kunnen de tools inzetten op een wijze die het best aansluit bij hun persoonlijke leervoorkeuren. Als de didactische strategie o.a. de drie bovenstaande succesfactoren bevat, dan wordt zichtbaar dat de inzet van web 2.0 de actieve betrokkenheid bij het vormgeven van de leerprakijk versterkt. De inzet en de gebruikte functies van web 2.0 wordt wel sterk bepaald door de organisatie van de leerpraktijk, die van formeel tot informeel kan zijn. Interessant in dit geval is de casus Hairlevel XL, die niet zozeer de bekende web 2.0 technologie inzetten binnen het curriculum, maar de functionaliteiten en visie daarachter ‘adopteren’ en vormgeven in een ‘veilige, afgesloten’ leeromgeving. Een formele benadering, maar zeer taakgericht en dat draagt zeker bij tot een mate van succes.
    5. Alle betrokken docenten en begeleiders zijn ervaren gebruikers van de web 2.0 technologie. Het zijn voorlopers die durven experimenteren met technologie, en daar ook de ruimte voor krijgen/nemen. Het zijn vooral didactici die het individuele leerproces van de lerenden voorop hebben staan, en kennis hebben over hoe web 2.0 in te zetten om dit leren te bevorderen. Het zijn docenten die open staan voor samen leren en vertrouwen hebben in de lerenden.

    Matrix
    In de cross-case analyse hebben we vervolgens getracht de leerpraktijken te typeren. Dit hebben we gedaan vanuit de aanname dat de inzet van web 2.0 technologie bijdraagt aan mede-eigenaarschap, dat de basis is voor co-creatie en co-productie in de leerpraktijken. Is de lerende volledig eigenaar, dan is er sprake van informeel leren, dat we ook zien als een van de aspecten van web 2.0.  Hoe meer ruimte de lerende krijgt om de leerpraktijk mede vorm te geven, en hoe groter de rol van Web 2.0-technologie, hoe meer er wellicht sprake kan zijn van informeel leren. Hoe minder er sprake is van een vooraf ontworpen leerpraktijk en hoe meer dat afhankelijk is van een proces, hoe groter het aandeel is van informeel leren is en hoe groter het aandeel mede-eigenaarschap wordt. En dat zie je o.a weer terug in hoe de lerenden en hun docenten/begeleiders de web 2.0 technologie gebruiken, namelijk meer functies en ter ondersteuning van een groter gedeelte van het leerproces.

    Overdraagbaarheid
    De overdraagbaarheid van de succesfactoren van de verschillende casussen is een lastig verhaal. De leerpraktijken kennen hun specifieke context. Het succes van de leerpraktijken wordt bepaald door de betrokkenen, die geven de leerpraktijk een uniek karakter mee. Bovendien is er sprake van maatwerk. Als we het hebben over overdraagbaarheid dan moet je de genoemde succesfactoren eerder  als voorwaarden en ontwerpprincipes nemen in het ontwerp van leerpraktijken in vergelijkbare en minder vergelijkbare contexten.

    Ten slotte
    Lees het volledige rapport hier. Op dezelfde site treft u ook de bijbehorende filmpjes aan die door studenten van GNR8 (Sammy & Dave) zijn gemonteerd en bestaan uit o.a. Flip-opnames die we hebben gemaakt ten behoeve van het onderzoek. In deze filmpjes hebben we getracht zoveel mogelijk de students’ voice naar voren te laten komen. Hieronder treft u een presentatie aan die we hebben gebruikt tijdens de Dag van het Onderzoek van Inholland op 4 november 2010.

    Het is het tweede Students’ Voices onderzoek waaraan ik heb mogen meewerken, en ben eigenlijk weer verrast door de meningen en de beleving van de leerlingen en de studenten als het gaat om vormgeven van onderwijs. Het is ook niet voor niets dat we onderwijsinstellingen het advies geven om ruimte te bieden voor nieuwe initiatieven die samen met de leerlingen en de studenten worden ontwikkeld.

    De kans is groot dat er een innovatieve leerpraktijk onstaat en dat de technologie ook daadwerkelijk wordt ingezet en bijdraagt aan de kwaliteit van leren.

  • Gratis handboek web 2.0 en social software in de klas

    Leestijd: < 1

    Vandaag las ik op de blog van Pontydysgu (Graham Attwell) over een gratis handboek voor docenten over het toepassen van web 2.0 en social software in de klas. Het handboek wordt geproduceerd onder de hoed van het Taccle (Teachers’ Aids on Creating Content for Learning Environments)-project, dat weer gefinancierd wordt door Comenius gelden.

    Het boek komt in juni uit en is gratis te downloaden van het internet of te verkrijgen als een 150 pagina tellend handboek. Er zijn vertalingen beschikbaar in het Nederlands, Spaans, Italiaans, Duits en ze hopen ook op Grieks. Je kan je bestelling alvast plaatsen via deze link.

    Over de inhoud van het handboek, lees ik op de blogpost onder andere:

    The handbook is geared to the needs of the classroom teacher but teacher trainers, ICT support staff and resource centre staff may find it useful too! It provides both practical support for teachers who want a ‘hands on experience and also help and information for teachers who just want to find out about e-learning.
    The handbook is designed to provide practical support for teachers to:

    • create content for electronic learning environments in the context of an e-learning course
    • identify and decide which ICT tools and content are most useful for particular purposes.
    • create learning objects taking into account information design, web standards, usability criteria and reusability (text, images, animations, audio, video) and which enable active, interactive and cooperative learning processes.
    • use learning environments effectively in order enhance quality and create resources to help them do so.
    • share the developed content with their peers using existing repositories.

    Het boek kan een goede ondersteuning zijn bij trainingen van docenten en leraren-in-opleiding die geconfronteerd worden met de kennisbasis ICT. Ik heb mijn bestelling geplaatst.

  • Een debatwiki: Debategraph

    Leestijd: 3 minuten

    DebategraphVia een post op de Informal Learning Blog van Jay Cross liep ik vandaag tegen Debategraph aan.

    Debategraph is een webbased tool die concept mapping en de wiki-werkwijze combineert. Je gebruikt Debategraph om op een visuele manier een debat met elkaar te voeren. Nu is dat niet heel spectaculair, dat zou je met een online mindmaptool als MindMeister ook prima kunnen, maar Debategraph gaat verder door relaties aan te geven tussen de verschillende debatten die ‘gevoerd’ worden op het platform. Zo geeft het inzicht in de relaties tussen de verschillende debatten, onderdelen binnen debatten en wat de waarde is van die relaties. Debategraph heeft als doelstelling om de debatten transparant te maken en nodigt iedereen uit om stelling te nemen door te reageren op argumenten of deze te bewerken. Open knowledge. Net als Wikipedia, maar nu in een debatstructuur. Een debatwiki.

    Hoe werkt het
    Debategraph bestaat uit twee onderdelen, de debate explorer en de debate mapper. De debate explorer gebruik je om te zoeken naar debatten en om door de lagen van een debat te navigeren. Door te klikken op de cirkels verken je de verschillende argumenten/discussies/standpunten van het debat. Je kan de debate explorer, met een specifieke view, embedden in je website of weblog. WordPress ondersteund het embedden van een ‘iframe-tag’ niet goed, waardoor ik het niet kan laten zien op mijn blog. Deze link linkt naar een view over ‘climate change’. Door de klikken op de cirkels kom je in een onderliggende laag van het debat terecht. Je hebt de mogelijkheid om te reageren op de argumenten of om deze verder uit te werken in de debate mapper.

    Als je daarvoor kiest dan in de debate mapper terecht, waar je het debat kunt bewerken. Hier leg je ook relaties met andere (onderdelen-) van debatten. De debate mapper is even wennen in het begin, zeker als je je nog in de bovenste lagen van het debat bevindt. Je maakt gebruik van een debate dashboard om te navigeren en om het debat te bewerken. Ik heb de Milankovitsch-variabelen toegevoegd als aanvulling op een argument in het klimaatdebat (zie afbeelding). In het dashboard bevindt zich ook een legenda die het kleurgebruik verklaart. Groen staat voor een ‘supportive argument’, rood voor een ‘opposing argument’.

    Via het dashboard heb je ook de mogelijkheid om een ‘live’-sessie te boeken en tref je een RSS-feed aan zodat je op de hoogte kunt blijven van de ontwikkelingen binnen het debat.

    Afsluitend
    Ik vind Debategraph een mooie web 2.0 applicatie. Het is een tool om te leren over de breedte en de diepte van een specifiek debat (gebruik de gallery voor mooie voorbeelden). Kennis verwerven. Debategraph maakt dat snel inzichtelijk, hoewel een kritische houding ten opzichte van de inhoud natuurlijk nodig blijft. Kwaliteit van de inhoud is afhankelijk van de personen die bijdragen. Maar we zien in Wikipedia een voorbeeld van hoe dat goed werkt. Het is vooral de wiki-gedachte over kennis en kennisdeling die Debategraph interessant maakt. Kennis co-constructie.

  • Mini-conferentie gebruik digitale leeromgeving: “You’re in control!”

    Leestijd: 3 minuten

    Donderdag 6 november organiseerde de mensen van OO-ICTO van INHolland een mini-conferentie voor medewerkers. De titel van de conferentie: Gebruik van de digitale leeromgeving. De boodschap van de conferentie: You’re in control!

    De Flip

    De Flip en Surfmedia
    Tom Visscher, één van de video-experts onder de ICTO-ers, startte de conferentie met een hands-on workshop over video. Tom introduceerde ‘de Flip‘. De Flip is een heel handzaam cameraatje niet groter dan een telefoon met een ingebouwde USB-stick. Het materiaal dat je hebt opgenomen kan je via je computer direct op sites als YouTube plaatsen. Het is de bedoeling dat vanaf januari deze Flip’s voor studenten en docenten te leen zijn bij de servicedesks van een aantal INHolland vestigingen.

    De School of Education Amsterdam gaat de Flip’s eerder inzetten in een pilot met studenten. In kader van het digitaal portfolio-project gaan studenten met behulp van de Flip’s supervisiegesprekken opnemen waarbij ze vervolgens reflectie- en coachingstechnieken op toepassen. Dat doen ze door hun video snel te bewerken in MovieMaker en vervolgens te uploaden naar SurfMedia. Vanuit SurfMedia kunnen de studenten de video of fragmenten daaruit opnemen in hun digitaal portfolio.

    De Flip werkt verbluffend simpel en de bewerking met MovieMaker en upload naar SurfMedia is in minder dan 10 minuten voor elkaar (met een filmpje van ongeveer een minuut). Dat is de kracht van de Flip en ik kan niet wachten om die Flips in de handen van de studenten te drukken.

    Docent 2.0
    Het tweede gedeelte van de workshop ging over web 2.0 applicaties en wat dat voor de docent betekend en het onderwijs, verzorgd door Annemiek Scholten en Ruth Romijn. Annemiek Scholten gaf met haar presentatie een kijkje in de keuken van haar digitale identiteit, met onder andere:

    – Een ingevulde MySite voor intern gebruik, inclusief foto, ervaring en huidige werkzaamheden. Goed ingevulde MySites maken het makkelijk collega’s en studenten op de hoogte te houden van jouw expertise.
    – Een profiel op LinkedIn (je CV plus bijbehorend netwerk online) waar ze onder andere alumni volgt. Ook te doen via Hyves.
    – bijhouden van vakliteratuur via RSS-feeds (bijvoorbeeld via Google Reader of iGoogle)
    – ‘Favorites’ of ‘bookmarks’ delen of zoeken via Delicious.
    – Snelle, informele communicatie, overleg en reflectie via Twitter. Annemiek laat live zien hoe Twitter werkt door te laten zien wat de twitteraars (waaronder ik) over de conferentie tweeten. Ook door personen die niet aanwezig zijn. En dat maakt indruk op het aanwezige publiek!

    Wat Annemiek hier mee aangeeft,  is dat haar persoonlijke leeromgeving en die van haar werk mede door de web 2.0 applicaties elkaar op verschillende manieren overlappen maar elkaar ook versterken. Door web 2.0 applicaties deel je je jouw kennis met anderen die daar van profiteren en andersom. Contacten via Twitter kunnen soms heel praktisch zijn voor je werk. Trefwoorden zijn: snel, informeel en effectief. Vervolgens is het natuurlijk de vraag hoe je deze instrumenten inzet om je onderwijsdoelen slimmer te bereiken.

    Hands-on op de miniconferentie


    You’re in control

    Twee belangrijke aspecten in het verhaal van Annemiek en Ruth zijn ‘keuzes’ en ‘rechten’. Met web 2.0 gaat het om: “You’re in control”. Daar gaat echter een hele belangrijke keuze aan vooraf. Als je informatie beschikbaar stelt op het internet, deel je dat met anderen of wil je dat beschermen? Tom Visscher maakt deze keuze ook door gebruik te maken van SurfMedia, waar je video kunt beschermen door selectief toegang te verlenen. En als je materiaal van anderen gebruikt? Hoe zit het dan met eigendomsrechten? En wat wil je dat anderen (niet) met jouw materiaal mogen doen? Voor mensen die daar meer over willen lezen wordt het boek van Mischa van Perzie (ook in de zaal aanwezig) over ICT en recht aangeraden.

    You’re in control-principe werd doorgevoerd naar het hands-on gedeelte. Kies maar welke web 2.0 applicatie je op wil pikken en bedenk welke effecten het kan hebben voor jouw onderwijs. Zo zijn er een aantal nieuwe Twitter-accounst aangemaakt, werden er MySites ingevuld en zag ik een aantal mensen met Netvibes stoeien.


    Ten slotte

    Prima conferentie, uitermate geschikt voor docenten die meer willen leren over social software en manieren om onderwijs te ondersteunen en te versterken met ICT-toepassingen. Er was best een aardig clubje aanwezig, waarvan een flink gedeelte toch wel uit specialisten bestonden. Er is in ieder geval behoefte om zo nu en dan met elkaar van gedachten te wisselen en na te denken over onderwijs. Face 2 face. Nu hopen dat die specialisten de boodschap overbrengen naar hun collega’s.

    Linktips
    23dingen.nl – Ontdek, Speel en Leer over Web 2.0
    verzameling links over digitale didactiek verzameld door ICTO via Delicious

Mijn blog waarin ik aantekeningen, ideeën, gedachten en ervaringen verzamel. Over onderwijs, leren en creatieve technologie. Over projecten, evenementen en inspiratiebronnen. Over mijn eigen ontwikkeling als professional. Over gras dat groener is aan de overkant. Met hier en daar een off-topic momentopname.

Jeroen Bottema